-
1 verzwaren
1 [zwaarder maken] make heavier2 [figuurlijk] [versterken, vergroten] make heavier ⇒ increase, 〈 sterker maken〉 strengthen, 〈 sterker maken〉 reinforce♦voorbeelden:exameneisen verzwaren • make an examination stiffer, raise the level of an examiemands taak verzwaren • make someone's task more arduous -
2 verzwaren
-
3 verzwaren
укрепить; повысить; увеличить; усилить; укрепиться; повыситься; увеличиться; усилиться* * *гл.общ. становиться тяжелее, укреплять, утяжелять, отягощать, отягчать -
4 verzwaren
v. aggravate, strengthen -
5 verzwaren
• to make heavier• to render more severe• to strengthen• to tighten• to weight -
6 een dijk verzwaren
een dijk verzwaren -
7 het verzwaren
het verzwaren -
8 iets met een loodje verzwaren
iets met een loodje verzwarenalourdir qc. au moyen d'un plomb -
9 de dijken verzwaren
de dijken verzwarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de dijken verzwaren
-
10 exameneisen verzwaren
exameneisen verzwarenmake an examination stiffer, raise the level of an examVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > exameneisen verzwaren
-
11 iemands taak verzwaren
iemands taak verzwarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands taak verzwaren
-
12 to make heavier
verzwaren -
13 to render more severe
verzwaren -
14 to weight
verzwaren -
15 load
n. vracht, lading; last; depressie--------v. inladen, laden; beladen; overladen; opladen; belastenload1[ lood] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:they have loads of money • ze zwemmen in het geld¶ come down like a load of bricks (on someone) • met een geweldige smak neerkomen (op iemand); plotseling te keer gaan (tegen iemand)————————load2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the table was loaded with presents • de tafel stond vol met cadeausthe dice seem to be loaded against me • het lijkt erop dat ik tegengewerkt word -
16 weight
n. weegschaal; gewicht; gewicht(en), gewicht(jes) (om mee te wegen); vracht; een zware vracht (figuratief gesproken); belang; invloed; zwaartepunt--------v. bezwaren, belasten, zwaarder makenweight1[ weet]♦voorbeelden:his departure is a weight off my mind • zijn vertrek is een pak van mijn hart1 gewicht ⇒ gewichtsklasse, zwaarte3 grootste deel, hoofddeel ⇒ grootste nadruk♦voorbeelden:1 lose weight • afvallen, vermagerenput on weight • aankomen, zwaarder wordenover weight • te zwaarunder weight • te lichtwhat's your weight? • wat is jouw gewicht?of great weight • van groot belang/gewichtworth one's weight in gold • zijn gewicht in goud waard3 the weight of evidence is against them • het grootste gedeelte van het bewijsmateriaal spreekt in hun nadeel¶ carry weight • gewicht in de schaal leggen, van belang zijngive weight to • versterken, extra bewijs leveren voorlay weight on something • iets benadrukkenthrow one's weight about/around • zich laten gelden, gewichtig doen————————weight2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 weighted down with many parcels • beladen met/gebukt onder veel pakjes -
17 aggraver
aggraver [aagraavee]1 verergeren ⇒ erger maken, verzwaren♦voorbeelden:1. vverergeren, verzwaren2. s'aggraverv -
18 отягощать
-
19 отягчать
vgener. verzwaren -
20 становиться тяжелее
vgener. verzwarenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > становиться тяжелее
- 1
- 2