-
1 verzachten
1 [verlichten] atténuer2 [zachter maken] adoucir♦voorbeelden:2 iemands leed verzachten • adoucir la douleur de qn.verzachtende middelen • remèdes lénitifs→ link=omstandigheid omstandigheid -
2 verzachten
1 〈 minder hard maken〉 soften; 〈 minder zwaar maken〉 ease; 〈 minder moeilijk maken〉 alleviate, relieve; 〈 minder krachtig maken〉 tone down; 〈 formeel〉 attenuate; 〈 minder driftig maken〉 mollify; 〈 matigen〉 moderate, mitigate, extenuate♦voorbeelden:1 pijn/iemands leed verzachten • ease/relieve/alleviate pain/someone's suffering -
3 verzachten
-
4 verzachten
I.abschwächenII.erleichternIII.lindernIV.mildern -
5 verzachten
v. soften, modify, soothe, smooth, allay, alleviate, mitigate, attenuate, extenuate, palliate, commute, abate, relax, mollify, dulcify, temper, numb, tone down -
6 verzachten
• to mitigate• to relax• to soften -
7 verzachten
hafifletmek [-ir] v -
8 verzachten
soulager -
9 een straf verzachten
een straf verzachten -
10 iemands leed verzachten
iemands leed verzachtenadoucir la douleur de qn. -
11 pijn/iemands leed verzachten
pijn/iemands leed verzachtenease/relieve/alleviate pain/someone's sufferingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > pijn/iemands leed verzachten
-
12 tone down
verzachten; de toon verzachtentone down♦voorbeelden: -
13 ublaziti
verzachten, modificeren -
14 смягчать
verzachten, week maken, matigen, temperen -
15 смягчить
verzachten, week maken, matigen, temperen -
16 adoucir
adoucir [aadoesier]2 verzachten ⇒ afzwakken, temperen1 milder worden ⇒ zachter, minder scherp worden, bedaren, de scherpe kantjes verliezen1. v1) verzachten2) ontharden [water]2. s'adoucirv -
17 alleviate
v. verlichten, verzachten[ əlie:vie▪eet] 〈zelfstandig naamwoord: alleviation〉1 verlichten ⇒ verzachten, lenigen♦voorbeelden: -
18 assuage
-
19 cushion
n. kussen--------v. bekleden; verminderen, verzachtencushion1[ koesjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kussen2 stootkussen ⇒ buffer, schokdemper————————cushion2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 cushioned seats • beklede stoelen/banken -
20 extenuate
v. verzachten (ook van straf); verminderen[ ikstenjoe▪eet]1 verzachten ⇒ vergoelijken, afzwakken♦voorbeelden:extenuate his guilt • zijn schuld afzwakken
См. также в других словарях:
Kopf — 1. Abgehauener Kopf braucht keine Sturmhaube mehr. 2. Am Kopf des Narren lernt der Junge scheren. Die Araber in Algerien: Am Kopfe der Waise macht der Chirurg Versuche. Die ägyptischen Araber: Er lernt das Schröpfen an den Köpfen der Waisen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon