-
1 verschikken
переложить; переставить* * *гл.общ. откладывать, перемещать, перекладывать, переставлять, переносить (на другой срок) -
2 откладывать
vgener. (планы) opbergen, afleggen, afspannen (экипаж), opschuiven, verschikken, verschuiven (срок и т.п.), vertragen, wegleggen, schorsen, opschorsen, opschorten, overleggen, ter zijde leggen (в сторону), uitstellen, verdagen, wegbergen -
3 перекладывать
vgener. omleggen, overbrengen, overdoen, verleggen, verpakken, verstouwen, verstuwen, verschikken -
4 перемещать
vgener. verplaatsen, verschikken, overplaatsen, verleggen, verschuiven -
5 переносить
vgener. dragen, harden, overbrengen, overdragen, uitstaan, verduren, afbreken (слово на другую строку), doorleven, dulden, kroppen, kunnen velen, ondergaan, overvoeren, uithouden, verdragen, verplaatsen, verschikken (на другой срок), verslepen, verzetten, (терпеливо) zich (iets) laten aanleunen (оскорбление, клевету и т.п.) -
6 переставлять
vgener. omzetten, overzetten, verstellen, verschikken, vertillen, verzetten -
7 budge
v. opzij gaan; uit de weg gaan[ budzj] 〈voornamelijk met ontkenning van shall/will/would, can/could〉1 zich (ver)roeren ⇒ (zich) bewegen, zich verplaatsen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (een klein stukje) verplaatsen ⇒ verschuiven, verschikken♦voorbeelden: -
8 ease
n. gemak; rust; eenvoud--------v. gemakkelijk maken; kalmeren; vrijlaten; ontspannenease1[ ie:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 ongedwongenheid ⇒ gemak, comfort♦voorbeelden:1 with ease • gemakkelijk, met gemakat one's ease • op zijn gemak, rustigput/set someone at (his) ease • iemand op z'n gemak stellen/geruststellen————————ease21 afnemen ⇒ minder worden, (vaart) minderen♦voorbeelden:ease off/up • afnemen, verminderen, rustiger aan gaan doenease up on someone • minder streng zijn tegen iemandII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verlichten ⇒ doen afnemen/verminderen3 behoedzaam/omzichtig bewegen♦voorbeelden:ease back the throttle • gas terugnemenease off the lid • voorzichtig de deksel eraf halenshe eased the car from its narrow berth • behoedzaam reed ze de auto uit de nauwe parkeerplaats -
9 move about
rondwandelenmove about, move around1 rondreizen ⇒ heel wat afreizen, vaak onderweg zijn2 zich (voortdurend) bewegen ⇒ rondlopen/drentelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 dikwijls verschikken ⇒ vaak verplaatsen, rondsjouwen -
10 transpose
v. verplaatsen, verschikken, omzetten, verwisselen; transponeren (vooral muziek), overbrengen[ trænspooz] 〈zelfstandig naamwoord: transposition〉1 anders schikken ⇒ (onderling) verwisselen, omzetten -
11 transposer
-
12 откладывать
vgener. (планы) opbergen, afleggen, afspannen (экипаж), opschuiven, verschikken, verschuiven (срок и т.п.), vertragen, wegleggen, schorsen, opschorsen, opschorten, overleggen, ter zijde leggen (в сторону), uitstellen, verdagen, wegbergen -
13 перекладывать
vgener. omleggen, overbrengen, overdoen, verleggen, verpakken, verstouwen, verstuwen, verschikken -
14 перемещать
vgener. verplaatsen, verschikken, overplaatsen, verleggen, verschuiven -
15 переносить
vgener. dragen, harden, overbrengen, overdragen, uitstaan, verduren, afbreken (слово на другую строку), doorleven, dulden, kroppen, kunnen velen, ondergaan, overvoeren, uithouden, verdragen, verplaatsen, verschikken (на другой срок), verslepen, verzetten, (терпеливо) zich (iets) laten aanleunen (оскорбление, клевету и т.п.) -
16 переставлять
vgener. omzetten, overzetten, verstellen, verschikken, vertillen, verzetten -
17 Rekonvaleszenz
выздоровле́ние, реконвалесце́нция. Zeitraum пери́од выздоровле́ния. zur Rekonvaleszenz verschikken для выздоровле́ния
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский