-
1 verharden
-
2 verharden
1 [hard worden] durcir2 [figuurlijk] s'endurcir♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [hard maken] durcir2 [weg] revêtir3 [figuurlijk] endurcir -
3 verharden
(за)грубеть; ожесточиться, (о)черстветь; мощёный; загрубелый; чёрствый, зачерствелый, с окаменевшей душой* * *гл.общ. делать твёрдым, закаливать, закаливаться, ожесточать, ожесточаться, твердеть, закоренеть, затвердевать, зачерстветь, калить -
4 verharden
v. harden, indurate, metal, steel, callous, cauterize, ossify -
5 verharden
• to cure• to dry to hardness• to harden• to harden through• to set -
6 in het kwaad verharden
in het kwaad verharden -
7 een tuinpad verharden
een tuinpad verhardenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tuinpad verharden
-
8 in het kwaad verharden
in het kwaad verhardenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in het kwaad verharden
-
9 to dry to hardness
verharden -
10 to harden through
verharden -
11 dessécher
dessécher [deeseesĵee]1 (uit)drogen ⇒ laten drogen, laten verdorren, droogleggen2 doen vermageren, verschrompelen1 uitdrogen ⇒ opdrogen, droog worden, verdorrenv1) uitdrogen, laten verdorren3) verharden -
12 endurcir
endurcir [ãduursier]1 harden (tegen) ⇒ gehard maken, gewennen (aan)v1) gehard maken, gewennen (aan)2) verharden -
13 verhärten
verhärten1 verharden, hard wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verharden, hard maken1 verharden, hard worden2 〈 figuurlijk〉hard, ongevoelig worden♦voorbeelden: -
14 tarmac
n. teermacadam, mengeling van teer en steentjes; vliegweg om te landen en te stijgen--------v. verharden met teersteenslag1 〈 zelfstandig naamwoord〉 teermacadam(weg) ⇒ tarmac, teermacadambaan 〈 bijvoorbeeld als landingsbaan〉2 〈werkwoord; tarmacked〉met teermacadam bedekken/verharden -
15 durcir
durcir [duursier]1 hard, stevig worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) hard/stevig worden2) verharden, hard maken -
16 erhärten
-
17 делать твёрдым
vgener. aanharden, harden, verharden, verstijven (òæ. doen verstevigen), hard maken, vereelten -
18 закаливать
vgener. afkletsen (погружением в воду), verharden, aanharden, schrikken -
19 закаливаться
vgener. verharden, aanharden -
20 закоренеть
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
verharden
Страницы