-
1 moving sideways
uitwijking -
2 particle displacement
uitwijking van een deeltje -
3 defection
-
4 deflection
n. afbuiging, afwijking, deviatie1 afbuiging ⇒ afwijking, deviatie -
5 lapse
n. vergissing; struikeling; eruit geflapt; uitwijking; tijdperk; kwijnen, langzaam achteruit gaan; verlopen--------v. achteruit gaan; afzakken; zinken; aflopen; verlopen; verdwijnen; wegkwijnenlapse1[ læps] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kleine vergissing ⇒ abuis, fout(je)2 misstap ⇒ (af)dwaling, vergrijp————————lapse2〈 werkwoord〉1 aflaten ⇒ verslappen, versagen2 (gaandeweg) verdwijnen ⇒ achteruitgaan, afnemen3 vervallen ⇒ terugvallen, afglijden♦voorbeelden: -
6 lock on
doel zoeken en automatisch volgen (identificatie en achtervolging v.e. doel door radar zonder mogelijkheid v. uitwijking)lock on♦voorbeelden: -
7 sheer
adj. ragfijn; kklaar; loodrecht; absoluut; puur; dun; doorzichtig--------adv. doorzichtig; in het geheel; absoluut--------n. uitwijking, afwijking--------v. uitwijkensheer11 dun ⇒ doorschijnend, transparant♦voorbeelden:1 sheer nylon • dun/doorzichtig nylonII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 volkomen ⇒ zuiver, je reinste♦voorbeelden:1 that's sheer nonsense • dat is kklare onzin!————————sheer2〈 werkwoord〉 〈 scheepvaart〉1 gieren ⇒ scherp uitwijken, zwenken♦voorbeelden:sheer away from • mijden————————sheer3〈 bijwoord〉2 compleet ⇒ regelrecht, volkomen -
8 deflection
afbuigingdeflectiedeviatiedoorbuiginguitslaguitwijking -
9 deviation
afwijkingdeviatiefoutmaatafwijkinguitwijking -
10 divergence
divergentieuitwijking
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский