-
1 uitstijgen
1 [uitstappen] descendre2 [+ boven][overtreffen] dépasser♦voorbeelden:2 een prestatie die ver uitstijgt boven het gemiddelde • une performance qui dépasse de loin la moyenne -
2 uitstijgen
-
3 uitstijgen
v. alight -
4 uitstijgen
-
5 uitstijgen
aboutir, descendre, donner, sorter -
6 boven zijn milieu uitstijgen
boven zijn milieu uitstijgen -
7 transcender
transcender [trãsãdee]1 transcenderen ⇒ uitstijgen boven, uitreiken boven -
8 crowd
n. menigte, massa; groep; vriendenkring; hoop, stapel--------v. vullen; volproppen; dringencrowd1[ kraud]2 (wanordelijke) bende ⇒ pan, troep♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:¶ follow/move with/go with the crowd • in de pas lopen, zich conformeren aan de massaraise oneself/rise above the crowd • boven de massa uitstijgen————————crowd21 samendrommen ⇒ elkaar/zich verdringen♦voorbeelden:1 people crowded in/round • mensen dromden samen/verdrongen elkaarcrowd (all) together • (allemaal) op een kluitje gaan staanII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 proppen ⇒ persen, (dicht) op/tegen elkaar drukken♦voorbeelden:¶ crowd out • buitensluiten, verdringen -
9 cut across
een binnenweg inslaancut across1 afsnijden ⇒ doorsteken, een kortere weg nemen2 strijdig/in strijd zijn met ⇒ ingaan tegen3 doorbreken ⇒ overstijgen, uitstijgen boven♦voorbeelden:1 can't we cut across the wood? • kunnen we niet doorsteken via het bos? -
10 raise oneself/rise above the crowd
raise oneself/rise above the crowdEnglish-Dutch dictionary > raise oneself/rise above the crowd
-
11 transcendently
adj. het zich uitstijgen boven -
12 dépasser
dépasser [deepaasee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijgaan, inhalen2 groter zijn dan ⇒ uitsteken ten opzichte van, langer duren dan4 overschrijden ⇒ te boven gaan, te buiten gaan♦voorbeelden:→ borneêtre dépassé par les événements • de situatie niet meer aankunnencela me dépasse • daar kan ik niet bij, dat gaat me boven de petv1) uitsteken2) inhalen4) overtreffen5) overschrijden, te boven gaan -
13 surpasser
-
14 milieu
♦voorbeelden:1 iemand uit een ander milieu • qn. (qui vient) d'un autre milieuboven zijn milieu uitstijgen • s'élever au-dessus de sa condition -
15 uitstappen
-
16 uitstappen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский