-
1 uitgeput
-
2 uitgeput
adj. atrophied, effete, chivied, exhausted, impoverished, outworn, overdone, perished, played out, prostrate, spent, used up, work worn, worn out, worn, beaten -
3 uitgeput
• depleted• exhausted -
4 uitgeput door langdurige ontberingen
uitgeput door langdurige ontberingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uitgeput door langdurige ontberingen
-
5 uitgeput van pijn
uitgeput van pijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uitgeput van pijn
-
6 uitgeput raken
v. dry up, peter out, poop, run down -
7 de krachten zijn uitgeput
de krachten zijn uitgeputthe forces are spent/exhaustedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de krachten zijn uitgeput
-
8 de voorraad raakt uitgeput
de voorraad raakt uitgeputVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de voorraad raakt uitgeput
-
9 onze voorraden zijn uitgeput
onze voorraden zijn uitgeputour supplies have run out/are exhaustedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onze voorraden zijn uitgeput
-
10 uitputten
3 [puttend leegmaken] drain♦voorbeelden:1 de krachten zijn uitgeput • the forces are spent/exhaustedeen onderwerp uitputtend behandelen • give a subject an exhaustive treatmentde voorraad raakt uitgeput • the supply is running out〈 figuurlijk〉 zich uitputten in verontschuldigingen • apologize profusely, eat humble pie -
11 aan het eind van zijn Latijn zijn
aan het eind van zijn Latijn zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan het eind van zijn Latijn zijn
-
12 al zijn kruit verschoten hebben
al zijn kruit verschoten hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > al zijn kruit verschoten hebben
-
13 einde
————————einde, eind1 [plaats] end2 [moment] end ⇒ 〈van toneelstuk/boek/verhaal/film ook〉 ending, cessation 〈 van vijandigheden〉, finish 〈van wedren/loop〉3 [resultaat] upshot, result, conclusion♦voorbeelden:daar moet maar eens een einde aan komen • something has to be done about iter komt geen einde aan • there's no end to itdaar kunnen we niet aan beginnen, dan is het einde zoek • we mustn't start on that because there'd be no end to iteen verhaal met een open einde • an story with an open endingaan zijn einde komen • meet one's endhet was of er nooit een einde aan zou komen • it seemed endlesser kwam geen einde aan • there was no end to them/it 〈enz.〉een einde maken aan iets • 〈 doen ophouden〉 put an end to something; 〈 regelen, bijvoorbeeld met betrekking tot staking/argument/ruzie〉 settlelaten we er nu maar een einde aan maken • let's finish off nowhet einde nadert • the end is near〈 figuurlijk〉 aan het eind van zijn Latijn zijn • be at the end of one's tether; 〈 uitgeput ook〉 be shatteredlelijk aan zijn einde komen • come to meet a nasty endik ben nog niet aan het einde gekomen van mijn betoog • I have not yet finished my argumentik kom hiermee aan het einde van mijn betoog • this brings me to the end of my argumentze loopt op haar/het einde • she's near her timede wereld loopt op haar einde • the world is coming to an endhet loopt met hem op een einde • he's nearing his endop het einde van de middag • in the late afternoonmijn geduld loopt ten einde • my patience is wearing thinten einde raad besloot hij … • not knowing what else to do he decided to …het jaar loopt langzaam ten einde • we are coming to the end of the yearten einde raad zijn • be at one's wits' endtot het einde toe • to the very endvan het begin tot het einde • from beginning to end/start to finishtot het einde der tijden • to the end of timewij moeten tot het einde volhouden • we must see it through3 het einde van de besprekingen was, dat … • the result of the discussions was that …het einde van het liedje was, dat … • the upshot (of the affair)/the end of it was, that …iets tot een goed einde brengen • bring something to a favourable conclusion¶ dat is het einde! • that's fantastic!voor hem is Picasso het einde • he thinks Picasso is the tops/the cat's whiskers, he thinks the world of Picasso -
14 gebroken
-
15 ik ben op
-
16 kruit
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 al zijn kruit verschoten hebben • 〈 lichamelijk uitgeput zijn〉 be exhausted; 〈 niet meer weten wat men zeggen moet〉 have shot one's bolt -
17 leeg
4 [uitgeput] exhausted♦voorbeelden:lege flessen • empty bottles, emptieseen leeg plekje • an empty spot -
18 ontbering
♦voorbeelden:ontberingen ondervinden • suffer deprivationvan ontbering sterven • die from hardship/deprivation -
19 op
op1I 〈 bijwoord〉1 [omhoog] up2 [met betrekking tot een plaats/toestand] up♦voorbeelden:hij stak zijn paraplu op • he put his umbrella upde straat op en neer lopen • walk up and down the street¶ het kan niet op! • there's no end to it!vraag maar op! • ask/fire away! 〈ook → link=op-en-top op-en-top〉II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:het geld/mijn geduld is op • the money/my patience has run outdie jas is op • this jacket has had itde voorraad is op • the supplies have run outop is op • when it's gone it's gonehij is op van de zenuwen • his nerves are gone/shot————————op2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een plaatselijke betrekking] in ⇒ on, at2 [met betrekking tot een verhouding] in ⇒ to3 [met betrekking tot een onmiddellijke nabijheid] in ⇒ on, at4 [met betrekking tot een richting] on ⇒ at5 [met betrekking tot een tijdstip] on ⇒ at, in6 [met betrekking tot de wijze waarop] on ⇒ at, in7 [met betrekking tot het doel] for♦voorbeelden:op een bus/motor rijden • drive a bus, ride a motorcycleop de begane grond • on the ground floorop de Herengracht/de hoek wonen • live on the Herengracht/the cornerde grote wijzer staat op tien • the big hand is on/at tenop jou na iedereen • everyone else (but you)de auto loopt 1 op 8 • the car does 8 km to the litreéén op de duizend • one in a thousandop één na de laatste • the second lastde op zeven na grootste industrie • the eighth largest industryde hele familie op één zoon na • the whole family except one son4 een raam op het zuiden • a window on/facing the southlater op de dag • later in the dayop negenjarige leeftijd • at nine (years of age)op maandag • (on) Mondayop een maandag • on a Mondayop vakantie • on holidaytot op vandaag • right up until todayop zijn vroegst • at the earliestop zijn Frans • in the French way/mannerop zijn minst • at (the very) leastop verre na niet • not by a long shotop zijn snelst • at the quickestop geld uit zijn • be out for/after moneyop een instrument spelen • play an instrument -
20 uitgeteld
2 [met betrekking tot de zwangerschap] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:2 wanneer ben je uitgeteld? • when is your baby due?
См. также в других словарях:
Leon de Winter — (February 26, 1954) is a Dutch writer and columnist. Early life Leon de Winter was born on February 24, 1954 in Den Bosch, the capital of the Dutch province Noord Brabant, in the south of The Netherlands.He grew up in an orthodox Jewish family… … Wikipedia