-
1 contend
v. wedijveren, strijden, twisten; betogen, beweren[ kəntend]1 wedijveren ⇒ strijden, twisten♦voorbeelden:contend for • strijden omcontend with difficulties • met problemen (te) kampen (hebben)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 betogen ⇒ (met klem) beweren, stellen -
2 argue
v. argumenteren, debatteren, discussiëren; redetwisten[ a:gjoe:]3 twisten ⇒ ruziën, kibbelen♦voorbeelden:they were argueing against/for military intervention • zij pleitten tegen/voor militaire interventie3 don't argue with me! • spreek me niet tegen!II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 stellen ⇒ aanvoeren, bepleiten♦voorbeelden:he argued me out of joining the army • hij deed me ervan afzien in het leger te gaan -
3 contest
n. wedstrijd--------v. deelnemen aan een wedstrijd; vechten voor; appelleren; in hoger beroep gaancontest1[ kontest] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 krachtmeting ⇒ strijd, (kracht)proef2 (wed)strijd ⇒ prijsvraag, concours3 twist(gesprek) ⇒ geschil, debat————————contest2[ kəntest]1 twisten ⇒ strijden, wedijveren♦voorbeelden:1 contest against/with • strijden/wedijveren metII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 different strokes for different folks
English-Dutch dictionary > different strokes for different folks
-
5 dispute
n. argument, ruzie--------v. diskussieren, bespreken; appelleren ; bezwaar hebben; vechten voordispute1[ dispjoe:t, dispjoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 twistgesprek ⇒ discussie, woordenstrijd♦voorbeelden:the matter in dispute • de zaak in kwestie————————dispute2[ dispjoe:t]1 redetwisten ⇒ discussiëren, argumenteren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 fall out
-
7 feud
n. vete--------v. strijden, twisten, onenigheid hebbenfeud1[ fjoe:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vete ⇒ onenigheid, ruzie♦voorbeelden:————————feud2〈 werkwoord〉1 in vete liggen ⇒ onenigheid hebben, ruziën -
8 go at it
-
9 go at
-
10 quarrel
n. twist, ruzie; oorzaak om te klagen; gekibbel; twist--------v. ruziën; twisten; disputeren; aanklagen; fouten vindenquarrel1[ kworrəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:make up a quarrel • een ruzie bijleggenhave a quarrel with someone • ruzie hebben met iemand————————quarrel2〈werkwoord; Brits-Engels quarrelled〉2 kritiek hebben ⇒ aan/opmerkingen hebben♦voorbeelden:2 who would like to quarrel with that? • wie zou dat willen bestrijden? -
11 skirmish
n. schermutseling--------v. schermutselenskirmish1[ skə:misj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————skirmish2〈 werkwoord〉 -
12 taste
n. smaak; proefje; wijsheid--------v. smaken; proeventaste1[ teest]1 kleine hoeveelheid ⇒ hapje, slokje; beetje, tikkeltje♦voorbeelden:1 have a taste of this cake/wine • neem eens een hapje/slokje van deze cake/wijnit is a taste better than before • het is een tikkeltje beter dan voorheen2 smaak ⇒ voorkeur, genoegen♦voorbeelden:1 leave a bad/nasty/unpleasant taste in the mouth • een bittere/onaangename nasmaak hebben 〈 ook figuurlijk〉everyone to his taste • ieder zijn meughave (a) taste for music • genoegen scheppen in muziekadd sugar to taste • suiker toevoegen naar smaak♦voorbeelden:1 that is good/bad taste • dat getuigt van goede/slechte smaakthe remark was in bad taste • de opmerking getuigde van slechte smaaksweet to the taste • zoet van smaak————————taste21 smaken♦voorbeelden:the pudding tasted of garlic • de pudding smaakte naar knoflookII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 there is no accounting for tastes
English-Dutch dictionary > there is no accounting for tastes
-
14 altercate
v. ruziën, ruzie maken, twisten -
15 beauty is in the eyes of the beholder
over smaak valt niet te twistenEnglish-Dutch dictionary > beauty is in the eyes of the beholder
-
16 contendere
v. contendere (rechtschappelijk-'wil niet twisten"-verklaring met als betekenis dat de aangeklaagde niet toegeeft dat hij schuldig is) -
17 impartibly
adv. op een manier waarop niet te twisten valt -
18 inarguably
adv. waar niet over valt te twisten -
19 private international law
privé internationaal gerecht (rechtsorde bij internationale twisten (tussen verschillende landen)) -
20 tastes differ
over smaak valt niet te twisten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
twisten — twịs|ten 〈V. intr.; hat〉 Twist tanzen * * * twịs|ten <sw. V.; hat [engl. to twist]: Twist tanzen. * * * twịs|ten <sw. V.; hat [engl. to twist]: Twist tanzen: eine Bar, wo die wohlhabendere Jugend Weimars bei grusinischem Kognak (3 Mark)… … Universal-Lexikon
twisten — twịs|ten 〈V.〉 Twist2 (1) tanzen … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
twisten — twis|ten <nach engl. to twist, vgl. 1↑Twist> 2Twist (1) tanzen … Das große Fremdwörterbuch
twisten — twịs|ten (Twist tanzen) … Die deutsche Rechtschreibung
twist — I. verb Etymology: Middle English, probably from Middle Dutch twisten, from twist twine, discord, quarrel; akin to Old English twist (in candeltwist candlesnuffers, mæsttwist twin support for a mast), Middle English twisten to be forked, Middle… … New Collegiate Dictionary
Fritzens Dampferband — Michael Fritzen (* 1938 in Rötha) ist ein deutscher Musiker, Sänger, Texter und Bandleader. Inhaltsverzeichnis 1 Musikalische Entwicklung 1.1 Michael Fritzen Quartett 1.2 Sputniks 1.3 Jazz Optimisten Berlin … Deutsch Wikipedia
Michael Fritzen — (* 1938 in Rötha) ist ein deutscher Musiker, Sänger, Texter und Bandleader. Inhaltsverzeichnis 1 Musikalische Entwicklung 1.1 Michael Fritzen Quartett 1.2 Sputniks … Deutsch Wikipedia
Война крючков и трески — Дата 1350 1490 Место Голландия Причина Борьба за титул графа Голландии … Википедия
twist — twistable, adj. twistability, n. twistedly, adv. twistingly, adv. /twist/, v.t. 1. to combine, as two or more strands or threads, by winding together; intertwine. 2. to form by or as if by winding strands together: Several fibers were used to… … Universalium
Twist — Twist, v. t. [imp. & p. p. {Twisted}; p. pr. & vb. n. {Twisting}.] [OE. twisten, AS. twist a rope, as made of two (twisted) strands, fr. twi two; akin to D. twist a quarrel, dissension, G. zwist, Dan. & Sw. tvist, Icel. twistr the deuce in cards … The Collaborative International Dictionary of English
Twisted — Twist Twist, v. t. [imp. & p. p. {Twisted}; p. pr. & vb. n. {Twisting}.] [OE. twisten, AS. twist a rope, as made of two (twisted) strands, fr. twi two; akin to D. twist a quarrel, dissension, G. zwist, Dan. & Sw. tvist, Icel. twistr the deuce in… … The Collaborative International Dictionary of English