-
1 кувыркаться
vgener. buitelen, duikelen, tuimelen, kopjebuitelen, kopjeduikelen, rollebollen -
2 падать вверх ногами
vgener. tuimelenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > падать вверх ногами
-
3 tumble
n. buiteling, tuimeling--------v. vallen, laten vallen; delgentumble1[ tumbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 warboel♦voorbeelden:————————tumble21 vallen ⇒ tuimelen, struikelen♦voorbeelden:tumble over • omtuimelentumble down the stairs • van de trap rollen3 tumble into/out of bed • in zijn bed ploffen/uit zijn bed springentumble up the stairs • de trap(pen) opstormentumble upon • (toevallig) vindenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 plunge down
vallen, tuimelen -
5 basculer
basculer [baaskuulee]1 kantelen ⇒ omslaan, (om)tuimelen2 omslaan ⇒ kenteren, overgaan, omzwaaien♦voorbeelden:basculer du côté de qn. • iemands partij kiezenfaire basculer du côté de qn. • naar iemands zijde doen omzwaaienII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (om) doen kantelen ⇒ omkiepen, doen omslaan3 verplaatsen ⇒ verleggen, overbrengen♦voorbeelden:v1) kantelen, omslaan2) omkiepen, doen omslaan3) omschakelen [media]4) verplaatsen, overbrengen -
6 débouler
débouler [deeboelee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 dégringoler
dégringoler [deegrẽgollee]〈 informeel〉1 tuimelen ⇒ snel naar beneden komen, vallen, rollen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 snel afdalen ⇒ afstormen, aftuimelen♦voorbeelden: -
8 dévaler
dévaler [deevaalee]1 naar beneden komen, stormen ⇒ naar beneden tuimelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 to tumble
trommelentrommelpolijstentuimelen -
10 fliegen
fliegen♦voorbeelden:in Stücke fliegen • aan stukken vliegenin den Urlaub fliegen • met het vliegtuig op vakantie gaandie Fahnen fliegen im Wind • de vlaggen wapperen in de wind4 nach Hause fliegen • naar huis vliegen, snelleneine Nachricht fliegt von Mund zu Mund • een nieuwtje gaat snel van mond tot mondmit fliegenden Händen • met bevende handenam ganzen Körper fliegen • over het hele lichaam bevenvon einer Leiter fliegen • van een ladder donderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 kegeln
-
12 kullern
kullern〈 informeel〉1 rollen, rollebollenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zich rollen, zich wentelen ⇒ buitelen, tuimelen♦voorbeelden: -
13 taumeln
taumeln〈haben/sein〉
См. также в других словарях:
To tumble home — Tumble Tum ble, v. i. [imp. & p. p. {Tumbled}; p. pr. & vb. n. {Tumbling}.] [OE. tumblen, AS. tumbian to turn heels over head, to dance violently; akin to D. tuimelen to fall, Sw. tumla, Dan. tumle, Icel. tumba; and cf. G. taumeln to reel, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Tumble — Tum ble, v. i. [imp. & p. p. {Tumbled}; p. pr. & vb. n. {Tumbling}.] [OE. tumblen, AS. tumbian to turn heels over head, to dance violently; akin to D. tuimelen to fall, Sw. tumla, Dan. tumle, Icel. tumba; and cf. G. taumeln to reel, to stagger.]… … The Collaborative International Dictionary of English
Tumbled — Tumble Tum ble, v. i. [imp. & p. p. {Tumbled}; p. pr. & vb. n. {Tumbling}.] [OE. tumblen, AS. tumbian to turn heels over head, to dance violently; akin to D. tuimelen to fall, Sw. tumla, Dan. tumle, Icel. tumba; and cf. G. taumeln to reel, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Tumbling — Tumble Tum ble, v. i. [imp. & p. p. {Tumbled}; p. pr. & vb. n. {Tumbling}.] [OE. tumblen, AS. tumbian to turn heels over head, to dance violently; akin to D. tuimelen to fall, Sw. tumla, Dan. tumle, Icel. tumba; and cf. G. taumeln to reel, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Old Frankish — Spoken in formerly the Netherlands, Belgium, Luxembourg, Northern France, Western Germany Era Evolved into Old Low Franconian by the 8th century Language family Indo European … Wikipedia
tumble — /tum beuhl/, v., tumbled, tumbling, n. v.i. 1. to fall helplessly down, end over end, as by losing one s footing, support, or equilibrium; plunge headlong: to tumble down the stairs. 2. to roll end over end, as in falling: The stones tumbled down … Universalium
tumble — (v.) c.1300, to perform as an acrobat, also to fall down, perhaps from a frequentative form of O.E. tumbian dance about, of unknown origin. Related to M.L.G. tummelen to turn, dance, Du. tuimelen to tumble, O.H.G. tumon, Ger. taumeln to turn,… … Etymology dictionary
Tümmler — Tümmler: Der Name des delphinähnlichen Säugetiers ist seit dem 18. Jh. zuerst im Niederd. belegt. Das Wort gehört zum Verb ↑ tummeln in dessen heute veralteter Bedeutung »tanzen, springen, Purzelbaum schlagen« und bezieht sich auf das lebhafte… … Das Herkunftswörterbuch