-
1 fier
1 trots ⇒ hooghartig, -moedig♦voorbeelden:faire le fier • uit de hoogte doenfier comme Artaban • zo trots als een pauw————————〈 werkwoord〉1 vertrouwen (op) ⇒ rekenen (op), afgaan (op)♦voorbeelden:1 ne vous y fiez pas! • wees op je hoede!fiez-vous à moi • laat dat maar aan mij overcatalogue auquel on peut se fier • betrouwbare catalogus1. v( se fier (à)) vertrouwen (op)2. fier/fièreadj( se fier (à))1) trots2) nobel, waardig3) geweldig -
2 orgueil
orgueil [orguj]〈m.〉1 trots♦voorbeelden:tirer orgueil de qc. • trots op iets zijnavoir l'orgueil de son nom • trots zijn op zijn naampar orgueil • uit trots -
3 enflé
-
4 fierté
-
5 gloire
gloire [glwaar]〈v.〉1 roem ⇒ eer, glorie3 trots♦voorbeelden:travailler pour la gloire • iets doen uitsluitend voor de eer, voor nietstirer gloire de qc. • zich op iets beroemenf1) roem, glorie2) vermaardheid3) trots4) pracht -
6 orgueilleux
-
7 elle
elle [el]♦voorbeelden:elles viennent, elle et sa soeur • zij en haar zuster komenje la vois, elle • ik zie háárje ne vois qu'elle • ik zie alleen háár maarelle non plus • zij ook nietil est fier d'elles • hij is trots op hen, hij is er trots opces livres sont à elle • deze boeken zijn van haarpron1) zij, ze2) haar, d'r -
8 enorgueillir
-
9 il est fier d'elles
il est fier d'elleshij is trots op hen, hij is er trots op -
10 blesser
blesser [blessee]3 kwetsen ⇒ krenken, pijn doen♦voorbeelden:→ véritév1) (ver)wonden2) pijn doen, drukken [kleding]3) kwetsen, beledigen -
11 coq
coq [kok]〈m.〉1 haan♦voorbeelden:coq châtré • kapoenfier comme un coq • zo trots als een pauwcoq indien • kalkoense haanrouge comme un coq • zo rood als een kreeftêtre comme un coq en pâte • leven als God in Frankrijkpasser du coq à l'âne • van de hak op de tak springenm1) haan2) weerhaantje3) scheepskok -
12 dindon
-
13 en
en1 [ã]1 〈vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) voorafgegaan door ‘de’ als vast voorzetsel van werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord〉 ervan ⇒ daarvan, erover, daarover, erop, daarop, ermee, daarmee 〈enz.〉2 〈 vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) dat weggelaten is, of wordt gebruikt bij woorden en uitdrukkingen die hoeveelheden aangeven〉 er(van)♦voorbeelden:il prit un bâton et l'en frappa • hij pakte een stok en sloeg hem ermeeje lui en parlerai • ik zal er met hem over pratenje suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier • ik ben voor het eindexamen (middelbare school) geslaagd en ik ben er trots opil en tirera un joli bénéfice • hij zal daar een aardig slaatje uit slaan2 combien de livres avez-vous? j'en ai plusieurs • hoeveel boeken heeft u? ik heb er verscheideneavez-vous des timbres postes? non, je n'en ai plus • heeft u ook postzegels? nee, ik heb er geen meerj'en ai • ik heb er watje n'en ai pas • ik heb er geenvoilà des fruits, prenez-en quelques-uns • hier is fruit, neem er wat van3 j'ai un coffre-fort mais j'en ai perdu la clef • ik heb een brandkast maar ik heb de sleutel ervan verloren————————en2 [ã]〈 bijwoord〉4 〈 wordt niet vertaald〉♦voorbeelden:1 elle en sort • zij komt eruit, zij komt er vandaans'en retourner • rechtsomkeert maken, teruggaanils en sont venus aux mains • ze zijn slaags geraakt————————en3 [ã]〈 voorzetsel〉1 〈 voor namen van landen, landstreken, tijd, hoedanigheid〉in ⇒ te, tijdens, per, bij 〈 blijft soms ook onvertaald〉7 aan♦voorbeelden:en mon absence • in, tijdens mijn afwezigheidteneur en alcool • alcoholgehalteen automne • in de herfstcompte en banque • bankrekeningen classe • in de klas, op schooltélévision en couleur • kleurentelevisieen croix • gekruistdocteur en droit • meester in de rechtenarbres en fleurs • bomen in bloeien France • in Frankrijken dix minutes • in tien minutenpromenade en vélo • fietstochtje, een eindje om per fietsen général • in het algemeenaller en ville • de stad ingaan, naar de stad gaanaller en voiture • per auto gaanêtre fort en mathématiques • goed in wiskunde zijnpeindre qc. en bleu • iets blauw verventraduire un texte en allemand • een tekst in het Duits vertalenil y a en lui qc. de mystérieux • hij heeft iets geheimzinnigsen moi-même, je pensais … • ik dacht bij mezelf …cela ne me concerne en rien • dat gaat mij niets aancela fait en tout deux cents francs • dat is dan in het totaal tweehonderd frankfaire les choses en grand • de zaken groots aanpakkense déguiser en arlequin • zich als clown vermommenen cercle • cirkelvormigparler en connaisseur • als een kenner pratenen ce moment • op dit ogenbliken ce monde • op deze werelden sabots • op klompenen Sicile • op Siciliëêtre en voyage • op reis zijnen arrière • naar achterenen avant • naar vorenen entrant il dit bonjour • bij het binnenkomen groette hijpauvre en matières premières • arm aan grondstoffen1. proner(van), erover, erop, etc.2. adv1) ervandaan, eruit2) daarom, erom, erdoor3) op weg3. prép1) in, te, tijdens, per, bij, naar [landen]2) als, -vormig [eigenschap]3) op [plaats, tijd]4) bij het5) tot [begin-, eindpunt]6) aan7) van [materiaal]8) over [tijd] -
14 enfler
enfler [ãflee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:enfler sa voix • zijn stem verheffen¶ être enflé de qc. • ergens trots op zijn, ergens vol van zijn1 (aan-, op)zwellenv2) vergroten -
15 fièrement
-
16 honneur
honneur [onnur]〈m.〉♦voorbeelden:homme d'honneur • man van eerà qui ai-je l'honneur? • met wie heb ik het genoegen?c'est à l'honneur • dat heeft een ereplaatsêtre l'honneur de la famille • het sieraad van de familie zijnfaire un (grand) honneur à qn. • iemand een grote eer bewijzenfaire honneur à ses obligations, engagements • zijn verplichtingen nakomenfaire honneur à un plat • een gerecht eer aandoenfaire honneur à une traite • een wissel honorerense faire honneur de qc. • trots zijn op ietsremettre en honneur qc. • iets in ere herstellenêtre à l'honneur • gehuldigd wordenc'est tout à son honneur • dat strekt hem tot eeravec honneur • eervolêtre en honneur • in de mode zijn, zeer gewaardeerd zijn 〈 van zaken〉en l'honneur de • ter ere vanpour l'honneur • voor de eer, gratissauf votre honneur • met alle respectsur l'honneur, sur son honneur • op zijn erewoordfaire à qn. les honneurs de la maison • iemand gastvrij ontvangen1. m 2. honneursm pl1) eerbetoon, hulde2) hoge kaarten -
17 pavaner
-
18 pou
〈m.〉♦voorbeelden:laid, moche comme un pou • zo lelijk als de nacht, foeilelijksale comme un pou • te smerig om beet te pakkenm -
19 si
si1 [sie]〈m.〉1 als2 〈 muziek〉si♦voorbeelden:————————si2 [sie]〈 bijwoord〉2 zo(zeer)♦voorbeelden:1 si fait • jawel, ja zeker welil n'accepte pas, moi si • hij doet het niet, ik welque si • wel zekermais si • jawel, ja hoorsi peu que • hoe weinig ooksi intelligent qu' il soit, si intelligent soit-il • hoe intelligent hij ook is————————si3 [sie]〈 voegwoord〉2 of3 (ook) al♦voorbeelden:si on veut • zo men wilsi ce n'est • zo nietsi tant est que • als … tenminstesi ce n'est que, si ce n'était que • of het moest zijn dat2 vous pensez s'ils étaient fiers! • en of ze trots waren!demander si • vragen ofcomme si • alsof1. adv1) jawel2) zo(zeer)3) hoe2. conj1) als, indien2) of3) ook al -
20 superbe
superbe1 [suuperb]〈v.〉1 trots ⇒ trotse zelfverzekerdheid, hoogmoed————————superbe2 [suuperb]1 schitterend ⇒ fantastisch, prachtig♦voorbeelden:adjprachtig, indrukwekkend
См. также в других словарях:
Trots — «trots», noun, plural Trots. Informal. a Trotskyite … Useful english dictionary
trots — • trots, oaktat, oavsett … Svensk synonymlexikon
trots — noun a) Diarrhoea/diarrhea. Ive had the trots all morning and havent been able to go out. b) A trotting race meet; harness racing. He went to the trots in Yonkers … Wiktionary
trots — I Australian Slang 1. diarrhoea; 2. harness racing of horses II Kiwi (New Zealand Slang) horse racing with a buggy diaorrhoea as in having a dose of the trots … English dialects glossary
trots — horse racing with a buggy diaorrhoea as in having a dose of the trots … Kiwi (New Zealand slang)
trots — n. (Slang) diarrhea ( the trots ) trÉ‘t /trÉ’t n. gait between a walk and a run, jog; gait of a horse between a walk and a canter; (Archaic) old woman v. move briskly; move with a gait between a walk and run (usually of a horse); cause to trot … English contemporary dictionary
trots — n. a case of diarrhea. □ I got thetrots and can’t go out tonight. □ There’s a lot of the trots going around … Dictionary of American slang and colloquial expressions
Trots op Nederland — Rita Verdonk (links) im Februar 2010 in Amsterdam Trots op Nederland (Stolz auf die Niederlande, TON oder ToNL) ist eine rechtspopulistische Partei in den Niederlanden. Sie wurde am 17. Oktober 2007 von Rita Verdonk (ehemals VVD) gegründet.… … Deutsch Wikipedia
trots att — • fastän, ehuru, oaktat, visserligen, trots att • fastän, ehuru, oaktat, visserligen, trots att, även, om … Svensk synonymlexikon
trots — Synonyms and related words: BM, bloody flux, bowel movement, cardialgia, catharsis, cholera morbus, colic, constipation, costiveness, crap, defecation, dejection, diarrhea, dysentery, dyspepsia, evacuation, flux, gripe, gripes, heartburn,… … Moby Thesaurus
Trots — 1. diarrhoea; 2. harness racing of horses … Dictionary of Australian slang