-
1 to allocate
toewijzen -
2 to appropriate
toewijzen -
3 выделять
-
4 выделить
-
5 выделять
-
6 выделить
-
7 to allot
toewijzenuitdelen -
8 doter
-
9 allocate
v. toewijzen (ook in computers), een bepaald programma de mogelijkheid verlenen bepaalde toegewezen hulpmiddelen te gebruiken (computers); budgetteren[ æləkeet]♦voorbeelden: -
10 allot
v. toe(be)delen, toewijzen♦voorbeelden:allot two weeks to a project • twee weken uittrekken voor een project -
11 appropriate
adj. geschikt, passend, juist--------v. toewijzen, toebedelen; nemen (zonder vergunning)appropriate1[ əproopriət] 〈bijvoeglijk naamwoord; appropriateness〉1 geschikt ⇒ passend, toepasselijk♦voorbeelden:1 where appropriate • waar nodig/van toepassing, in voorkomende gevallenappropriate for/to • geschikt/passend voor————————appropriate2[ əprooprie▪eet] 〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: appropriation〉♦voorbeelden: -
12 award
n. prijs; bekroning; beoordeling--------v. toekennen, toewijzen; beoordelenaward1[ əwo:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————award2〈 werkwoord〉2 belonen -
13 allouer
-
14 assigner
-
15 attribuer
attribuer [aatriebuu.ee]1 toekennen ⇒ toewijzen, verlenen♦voorbeelden:1 zich toe-eigenen ⇒ zich aanmatigen, zich toeschrijven♦voorbeelden:1. v1) toekennen, toewijzen2) toeschrijven, wijten2. s'attribuerv -
16 décerner
-
17 anweisen
-
18 zuschlagen
zuschlagen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dicht-, toeslaan2 〈 sport en spel〉toeslaan, toespelen♦voorbeelden:5 auf den, zu dem Preis noch 5% zuschlagen • de prijs nog met 5% verhogen -
19 zusprechen
zusprechen1 aan-, toespreken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in-, toespreken♦voorbeelden: -
20 отвести
wegbrengen, afvoeren ; afwenden ; toewijzen, bestemmen ; afwijzen
Страницы