-
1 toelaatbaar
-
2 toelaatbaar
♦voorbeelden: -
3 toelaatbaar
прил.общ. допустимый -
4 toelaatbaar
permitibelDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > toelaatbaar
-
5 toelaatbaar
adj. acceptable, tolerable, admissible, allowable, permissible, competent, in order -
6 toelaatbaar
bnadmissible, permis -
7 toelaatbaar
• allowable• permissible -
8 toelaatbaar
permitibel -
9 overtredingen zijn natuurlijk niet toelaatbaar
overtredingen zijn natuurlijk niet toelaatbaarDeens-Russisch woordenboek > overtredingen zijn natuurlijk niet toelaatbaar
-
10 minimaal toelaatbaar
• minimally permissableNederlands-Engels Technisch Woordenboek > minimaal toelaatbaar
-
11 permitibel
toelaatbaarDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > permitibel
-
12 allowable
toelaatbaar -
13 permitibel
toelaatbaar -
14 допустимый
toelaatbaar, geoorloofd, gewettigd, tolerabel -
15 permissible
-
16 admissible
admissible [aadmiesiebl]1 toelaatbaar ⇒ aannemelijk, aanvaardbaar♦voorbeelden:1 cela n' est pas admissible • dat is ontoelaatbaar, niet acceptabeladj1) toelaatbaar, aanvaardbaar -
17 tolérable
-
18 допустимый
adjgener. geoorloofd, aannemelijk, annemelijk, oorbaar, toelaatbaar -
19 admissible
adj. veroorloofd; aannemelijk[ ədmissəbl] 〈admissibly; zelfstandig naamwoord: admissibility〉1 aannemelijk ⇒ aanvaardbaar, acceptabel -
20 allowable
- 1
- 2