-
1 threat
-
2 threat of extinction
de dreiging voor uitsterving (van dieren en planten van de aardbodem) -
3 launch a threat at someone
-
4 pose a threat/problem
pose a threat/problemeen bedreiging/probleem vormen -
5 they are a threat to our society
they are a threat to our society -
6 under threat of
under threat of -
7 veiled threat
-
8 wind a threat into a letter
-
9 counter a threat
een bedreiging afslaan -
10 immediate threat
onmiddelijk gevaar,direct gevaar -
11 loom as a potential threat
verschijnen als een potentiële bedreiging -
12 made a threat
maakte een dreiging -
13 perception of threat
gevoel van bedreiging -
14 pose a threat to security
een bedreiging voor de veiligheid vormen -
15 launch
n. motorbarkas, motorsloep; tewaterlating; het lanceren--------v. te water laten, ken; overbruggen; versturen; aanvangen; openen met; (in computers) laten lopen, projekteren; in werking stellen; inwijden; uitbarsten; binnendringen; inbrekenlaunch1[ lo:ntsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————launch21 〈vaak +out〉(energiek) iets (nieuws) beginnen/aanvatten ⇒ uitpakken/weiden, losbarsten♦voorbeelden:launch into • zich storten/zich werpen opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lanceren ⇒ afvuren, (weg)werpen/slingeren/smijten2 lanceren ⇒ uitbrengen, de wereld insturen4 op gang brengen ⇒ (doen) beginnen, op touw zetten♦voorbeelden: -
16 pose
n. houding, pose--------v. poseren, een pose/houding aannemenpose1[ pooz] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 houding ⇒ pose, vertoon————————pose21 poseren ⇒ doen alsof, een pose/een houding aannemen♦voorbeelden:1 pose as • zich voordoen als, zich uitgeven voorII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 vormen♦voorbeelden:2 pose a threat/problem • een bedreiging/probleem vormen -
17 veil
n. sluier--------v. versluieren, verdoezelenveil1[ veel] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a bridal veil • een bruidssluierdraw a veil over something • een sluier over iets trekken; 〈 ook figuurlijk〉 iets in de doofpot stoppentake the veil • non wordenunder the veil of kindness • onder het mom van vriendelijkheid————————veil2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:veiled threat • verholen dreigement -
18 wind
n. wind; storm; ademhaling; blaasinstrument; wind (laten); tip; praat zonder inhoud; neiging--------n. wind; windstreek; tocht; lucht, reuk; adem; de blaasinstrumenten; de blazers; doelloos gepraat, gezwets--------v. omdraaien; kronkelen; verkrommen; omwikkelen, omwinden; binden; omgewikkeld worden; van richting veranderen--------v. uit laten luchten; in een blaasinstrument blazen; ruikend zoeken; moeilijk ademen; verademenwind1[ wajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag ⇒ (om)wenteling, draai————————wind21 wind ⇒ luchtstroom, tocht; rukwind♦voorbeelden:fair wind • gunstige windfling/throw something to the winds • iets in de wind slaan/veronachtzamen(sail) close to the/near the wind 〈 scheepvaart〉 • scherp (bij de wind) (zeilen); 〈 figuurlijk〉de grens van het oirbare/toelaatbare (raken)there's something in the wind • er is iets gaande/aan de hand♦voorbeelden:〈 informeel〉 get/have the wind up • hem knijpen, in de rats zittenget one's second wind • er weer tegenaan kunnen♦voorbeelden:¶ to the (four) winds • in het rond, alle kanten op————————wind3♦voorbeelden:————————wind4♦voorbeelden:1 winden ⇒ spoelen, draaien♦voorbeelden:1 zich slingerend banen ⇒ door/indringen2 winden ⇒ wikkelen, (op)rollen♦voorbeelden:wind back • terugspoelenwind in • binnen/inhalen 〈 van vis(lijn)〉————————wind5
См. также в других словарях:
threat — W2S2 [θret] n [: Old English;] 1.) [U and C] a statement in which you tell someone that you will cause them harm or trouble if they do not do what you want ▪ Your threats don t scare me. threat of ▪ the threat of military invasion threat from ▪… … Dictionary of contemporary English
threat — [ θret ] noun *** 1. ) count an occasion when someone says that they will cause you harm or problems, especially if you do not do what they tell you to do: threat of: After threats of legal action they stopped the construction. make/issue a… … Usage of the words and phrases in modern English
threat — n: an expression of an intention to injure another: menace (1) criminal laws against making terroristic threat s Merriam Webster’s Dictionary of Law. Merriam Webster. 1996 … Law dictionary
threat´en|er — threat|en «THEHT uhn», transitive verb. 1. to make a threat against; say what will be done to hurt or punish: »to threaten a person with imprisonment. The farmer threatened to shoot any dog that killed one of his sheep. 2. Figurative. to give… … Useful english dictionary
threat|en — «THEHT uhn», transitive verb. 1. to make a threat against; say what will be done to hurt or punish: »to threaten a person with imprisonment. The farmer threatened to shoot any dog that killed one of his sheep. 2. Figurative. to give warning of… … Useful english dictionary
Threat — may refer to: *behaviour that emphasizes one s aggressive potential, see threat display *An act of coercion wherein a negative consequence is proposed to elicit response (in the case of an empty threat there is no real negative consequence).… … Wikipedia
threat — threat·en; threat·en·er; threat·en·ing·ly; threat·ful; threat; threat·ful·ly; … English syllables
Threat — Threat, v. t. & i. [OE. [thorn]reten, AS. [thorn]re[ a]tian. See {Threat}, n.] To threaten. [Obs. or Poetic] Shak. [1913 Webster] Of all his threating reck not a mite. Chaucer. [1913 Webster] Our dreaded admiral from far they threat. Dryden.… … The Collaborative International Dictionary of English
threat — [thret] n. [ME threte < OE threat, a throng, painful pressure, akin to Ger (ver)driessen, to grieve, annoy < IE * treud , to push, press (prob. < base * ter , to rub) > L trudere, to THRUST] 1. an expression of intention to hurt,… … English World dictionary
Threat — (thr[e^]t), n. [AS. [thorn]re[ a]t, akin to [=a][thorn]re[ o]tan to vex, G. verdriessen, OHG. irdriozan, Icel. [thorn]rj[=o]ta to fail, want, lack, Goth. us[thorn]riutan to vex, to trouble, Russ. trudite to impose a task, irritate, vex, L.… … The Collaborative International Dictionary of English
threat — O.E. þreat crowd, troop, also oppression, menace, related to þreotan to trouble, weary, from P.Gmc. *threutanan (Cf. Ger. verdrießen to vex ), from PIE *trud push, press (Cf. L. trudere to press, thrust, O.C.S. trudu oppression, M.Ir … Etymology dictionary