-
1 repel
-
2 repulse
n. af-, terug-slaan--------v. terugdrijven, -slaan; afslaan, afwijzenrepulse1[ rippuls] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 afwijzing ⇒ weigering, verwerping♦voorbeelden:————————repulse2〈 werkwoord〉 -
3 repousser
repousser [rəpoesee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 〈 meubels〉terug-, wegschuivenv2) terugdrijven3) afstoten4) afwijzen, afslaan6) uitstellen -
4 гнать назад
vgener. terugdrijven -
5 отгонять
vgener. (мысли) uitbannen, afwaaien (ветром, бурей), terugdrijven, terugjagen -
6 beat off
-
7 force back
force back -
8 force
n. (strijd)kracht, geweld; sterkte; legersterkte; dwang--------v. dwingen, noodzaken; onder dwang; eruit persen; inbreken, doorbrekenforce1[ fo:s]1 macht ⇒ krijgsmacht, leger2 ploeg ⇒ groep, personeel♦voorbeelden:1 kracht ⇒ geweld, macht♦voorbeelden:by force of circumstances • door omstandigheden gedwongenthe forces of evil • kwade krachtenthe force of gravity • de zwaartekrachtthe force of his words • de overtuigingskracht van zijn woordena powerful force in local politics • een invloedrijke persoon in de plaatselijke politiekjoin forces (with) • de krachten bundelen (met)the machine was put in force • de machine werd in werking gesteldby force • met geweldby force of • door middel vanby/from/out of force of habit • uit gewoonte2 werkelijke betekenis ⇒ werkelijk effect, belang♦voorbeelden:2 the force of this poem is hard to grasp • de precieze betekenis van dit gedicht is moeilijk te vattenIV 〈meervoud; Forces; the〉1 strijdkrachten ⇒ strijdmacht, krijgsmacht♦voorbeelden:————————force2〈 werkwoord〉1 dwingen ⇒ (door)drijven, forceren2 forceren ⇒ open/doorbreken♦voorbeelden:force a smile/one's voice • een glimlach/zijn stem forcerenforce one's will on someone • iemand zijn wil opleggenforce along • meesleurenforce back • terugdrijvenforce something down • iets met moeite binnenkrijgenforce a plane down • een vliegtuig dwingen tot landenforce it out • het met moeite uitbrengenGovernment will force the prices up • de regering zal de prijzen opdrijvenhe wants to force his ideas down our throats • hij wil zijn ideeën met geweld aan ons opdringenforce something from/out of someone • iets van iemand afdwingenforce something on/upon someone • iemand iets opdringen -
9 roll back
terugrollen; prijzen omlaag halenroll back♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 terugrollen ⇒ terugdrijven/dringen♦voorbeelden: -
10 rejeter
rejeter [rəzĵtee]1 terugwerpen ⇒ (terug)gooien, terugdrijven2 uitstoten ⇒ uitbraken, uitspugen, uitwerpen4 verleggen ⇒ werpen, verplaatsen5 verwerpen ⇒ afslaan, afwijzen6 verwijderen ⇒ verstoten, terzijde schuiven♦voorbeelden:rejeter la faute sur qn. • de schuld op een ander gooien1 zijn toevlucht nemen (tot) ⇒ zich tevredenstellen (met), voor lief nemen♦voorbeelden:v1) terugwerpen2) uitbraken3) afstoten [medisch]4) verleggen, verplaatsen5) verwerpen, afwijzen6) verwijderen -
11 faire refluer
faire refluer -
12 refluer
-
13 den Feind zurückwerfen
-
14 zurückwerfen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский