-
1 tegenspartelen
-
2 tegenspartelen
2 → link=tegensputteren tegensputteren -
3 tegenspartelen
сопротивляться, (вос)противиться* * *гл.общ. сопротивляться, противиться (чему-л.) -
4 tegenspartelen
resistí, risistíDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > tegenspartelen
-
5 tegenspartelen
v. resist, struggle, protest -
6 tegenspartelen
motstå -
7 tegenspartelen
résister -
8 tegenspartelen
resistí, risistí -
9 resistí
tegenspartelen [v], tegenstreven [v], weerstaan [v], zich verzetten [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > resistí
-
10 risistí
tegenspartelen [v], tegenstreven [v], weerstaan [v], zich verzetten [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > risistí
-
11 resistí
tegenspartelen [v], tegenstreven [v], weerstaan [v], zich verzetten [v] -
12 risistí
tegenspartelen [v], tegenstreven [v], weerstaan [v], zich verzetten [v] -
13 débattre
débattre [deebaatr]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 discussiëren over ⇒ onderhandelen over, bespreken♦voorbeelden:1 worstelen (met) ⇒ vechten (tegen), zich verzetten (tegen)♦voorbeelden:se débattre comme un forcené • uit alle macht tegenspartelen1. v3) bepleiten2. se débattrev -
14 противиться
vgener. kribben, afkerig zijn van (чему-л.), braveren, in de contramine zijn, tegen (iets) gekant zijn (чему-л.), tegen (iets) te keer gaan, tegengaan (чему-л.), tegenkanten, tegenspartelen (чему-л.), tegensputteren, tegenstreven, tegenstribbelen, trotsen, trotseren, weerstreven, zich aankanten (tegen-÷åìó-ô.), zich kanten tegen -
15 сопротивляться
vgener. tegenhouden (чему-л.), tegenstaan, trotsen, trotseren, zich verzetten, bestand zijn tegen (кому-л., чему-л), het hoofd bieden aan (кому-л., чему-л.), rebelleren, stribbelen, tegen (iets) te keer gaan (чему-л.), (только in.) tegenkanten, tegenspartelen, tegenstreven, verzet plegen, weerstaan, weerstand bieden (aan- кому-либо, чему-л.), weerstreven, zich kanten tegen (чему-л., кому-л.), zich verweren -
16 rebiffer
-
17 regimber
regimber [rəzĵẽbee]1 tegenstribbelen ⇒ zich verzetten, tegenspartelen -
18 se débattre comme un forcené
se débattre comme un forcenéDictionnaire français-néerlandais > se débattre comme un forcené
-
19 противиться
vgener. kribben, afkerig zijn van (чему-л.), braveren, in de contramine zijn, tegen (iets) gekant zijn (чему-л.), tegen (iets) te keer gaan, tegengaan (чему-л.), tegenkanten, tegenspartelen (чему-л.), tegensputteren, tegenstreven, tegenstribbelen, trotsen, trotseren, weerstreven, zich aankanten (tegen-÷åìó-ô.), zich kanten tegen -
20 сопротивляться
vgener. tegenhouden (чему-л.), tegenstaan, trotsen, trotseren, zich verzetten, bestand zijn tegen (кому-л., чему-л), het hoofd bieden aan (кому-л., чему-л.), rebelleren, stribbelen, tegen (iets) te keer gaan (чему-л.), (только in.) tegenkanten, tegenspartelen, tegenstreven, verzet plegen, weerstaan, weerstand bieden (aan- кому-либо, чему-л.), weerstreven, zich kanten tegen (чему-л., кому-л.), zich verweren
- 1
- 2