-
1 встретить
ontmoeten, tegenkomen, treffen ; tegemуettreden, afhalen ; ontvangen -
2 встречать
ontmoeten, tegenkomen, treffen ; tegemуettreden, afhalen ; ontvangen -
3 наталкиваться
stoten, botsen ; ontdekken, aantreffen, tegenkomen -
4 натолкнуться
stoten, botsen ; ontdekken, aantreffen, tegenkomen -
5 сталкиваться
botsen ; in botsing komen, geconfronteerd worden ; tegenkomen, stuiten -
6 столкнуться
botsen ; in botsing komen, geconfronteerd worden ; tegenkomen, stuiten -
7 встречаться
vgener. (с девушкой или парнем) verkering, tegenkomen, bij elkaar komen, elkaar ontmoeten, voorkomen -
8 идти навстречу друг другу
vgener. tegenkomenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > идти навстречу друг другу
-
9 испытывать
vgener. beleven, beproeven, invliegen (самолёт), keuren, ondervinden, onderzoeken, proberen, tegenkomen (что-л.), tenteren, beethebben (что-л.), doormaken, eksamineren, ervaren, examineren, medemaken, meeleven, meemaken, ondergaan, overbrengen, testen, toedragen, toetsen, (на полигоне) uitproberen -
10 наталкиваться
vgener. aanlopen, afstuiten, stuiten, tegenkomen (íà), aanstoten, stoten -
11 пойти навстречу
vgener. tegenkomen (кому-л.)
Перевод: с русского на все языки
со всех языков на русский- Со всех языков на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский