-
1 tegengaan
1 combat, fight ⇒ counter(act)♦voorbeelden:misbruik tegengaan • prevent/discourage abuseverkeerde neigingen/gewoonten tegengaan • discourage bad tendencies/bad habits -
2 tegengaan
-
3 tegengaan
бороться* * ** (h, z)* * *гл.1) общ. препятствовать, воспротивиться (чему-л.), противиться (чему-л.), противостоять (чему-л.)2) посл. бороться с -
4 tegengaan
v. discourage -
5 tegengaan
• to arrest• to check• to prevent• to stop -
6 tegengaan
contrarier -
7 bederf tegengaan
bederf tegengaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bederf tegengaan
-
8 misbruik tegengaan
misbruik tegengaanprevent/discourage abuseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > misbruik tegengaan
-
9 verkeerde neigingen/gewoonten tegengaan
verkeerde neigingen/gewoonten tegengaandiscourage bad tendencies/bad habitsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verkeerde neigingen/gewoonten tegengaan
-
10 iets tegengaan
I.etw. bekämpfenII.gegen etw. angehen -
11 to prevent
tegengaanvoorkomen -
12 бороться с
vset phr. tegengaan -
13 воспротивиться
vgener. op zijn achterste poten gaan staan, tegengaan (чему-л.) -
14 препятствовать
vgener. hinderen, schutten, verletten, belemmeren, beletten, dwarsbomen, ergens een stokje voor steken, frustreren, paal en perk stellen (aan-÷åìó-ô.), prevenieren, tegengaan, tegenhouden (движению), tegenwerken, verhinderen, weren -
15 противиться
vgener. kribben, afkerig zijn van (чему-л.), braveren, in de contramine zijn, tegen (iets) gekant zijn (чему-л.), tegen (iets) te keer gaan, tegengaan (чему-л.), tegenkanten, tegenspartelen (чему-л.), tegensputteren, tegenstreven, tegenstribbelen, trotsen, trotseren, weerstreven, zich aankanten (tegen-÷åìó-ô.), zich kanten tegen -
16 противостоять
vgener. overeind tegen, tegengaan (чему-л.), weerstaan -
17 correct
adj. juist; precies; correkt; fatsoenlijk--------v. verbeteren, corrigeren; straffencorrect1[ kərekt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉2 correct ⇒ onberispelijk, beleefd♦voorbeelden:————————correct2〈 werkwoord〉1 verbeteren ⇒ corrigeren, nakijken2 terechtwijzen ⇒ vermanen, berispen3 rechtzetten ⇒ rectificeren, bijstellen4 verhelpen ⇒ repareren, tegengaan -
18 counteract
-
19 cramp
n. kramp, samentrekking; klem, tang--------v. stoppen, beperken; verkrampen; versmallen; beklemmencramp1[ kræmp]1 (muur)anker ⇒ kram, klamp2 klem(haak) ⇒ spanijzer, lijmtang————————cramp2〈 werkwoord〉1 kramp veroorzaken bij/in ⇒ verkrampen2 krammen ⇒ vastzetten met een (muur)anker/klem(haak)3 onderdrukken ⇒ tegengaan, belemmeren -
20 resist
См. также в других словарях:
Bart Laeremans — (Ghent, 17 April 1966 ) is since 21 May 1995 member of the Belgian Chamber of Representatives for the Vlaams Belang for the constituency Brussels Halle Vilvoorde.CareerHe studied law at the Catholic University of Leuven ( licenciate in 1990) and… … Wikipedia