-
1 direction
direction [diereksjõ]〈v.〉1 leiding2 directie(kamer) ⇒ bestuur, (bestuurs)afdeling♦voorbeelden:chercher sa direction • zich oriënterendonner une bonne direction à • een goede wending geven aandans la direction de, en direction de • naar, in de richting vanf1) leiding2) directie, bestuur3) richting, koers -
2 commande
commande [kommãd]〈v.〉1 bestelling ⇒ order, opdracht2 besturing ⇒ aandrijving, bediening♦voorbeelden:ouvrage de commande • werk in opdrachtsur commande • op bestelling, op bevelcommande à distance • afstandsbedieningvoiture à double commande • auto met dubbele bediening, lesautoprendre les commandes • het stuur overnemenenthousiasme de commande • geveinsd enthousiasme→ levierf1) bestelling, opdracht2) besturing, bediening -
3 commande de direction
commande de direction -
4 gouverne
gouverne [goevern]〈v.〉♦voorbeelden:
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский