-
1 billow
n. zware golf, stortzee, vloedgolf, hoge deining--------v. golven,bolstaanbillow1[ billoo] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (zware) golf ⇒ stortzee, hoge deining————————billow2〈 werkwoord〉1 deinen ⇒ golven, bol staan♦voorbeelden: -
2 poop
n. achterschip; achterdek, verhoogde gedeelte van achterdek; meest verheven dek op een schip; (Slang) uitwerpselen, stront, faeces--------v. over het achterdek slaan (golven); een stortzee overkrijgen; uitgeput raken, vermoeien[ poe:p]1 achterschip ⇒ achtersteven, achterdek -
3 surge
n. golf; stroming; uitbraak; golvende beweging; (in computers) een piek in de netspanning; een verhoging van de netspanning--------v. deinensurge1[ sə:dzj] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉2 golving3 opwelling ⇒ vlaag, golf♦voorbeelden:————————surge2〈 werkwoord〉1 golven ⇒ deinen, stromen2 schommelen ⇒ (plots) stijgen/dalen♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский