-
1 state
adj. rijks-, staats---------n. staat; toestand; staat (land); weelde; puinhoop--------v. verklaren; uitspreken; vaststellenstate1[ steet] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a poor state of health • een slechte gezondheidstoestandstate of mind • geestes/gemoedstoestandget into a state • van streek/overstuur rakenstate of life • status————————state2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Staatsie 1866 — (Hegelsom,Нидерланды) Категория отеля: Адрес: Stationsstraat 151, 5963 AA Hegelsom, Н … Каталог отелей