-
21 spreken met iemand
spreken met iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > spreken met iemand
-
22 spreken tot
spreken totspeak to, address -
23 spreken uit ondervinding
spreken uit ondervindingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > spreken uit ondervinding
-
24 spreken voor iets
spreken voor ietsspeak out/up for somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > spreken voor iets
-
25 spreken over
v. talk, lecture, reason -
26 spreken tot
v. appeal -
27 spreken voor
v. speak for -
28 zachtjes spreken
-
29 spraak is afgeleid van spreken
spraak is afgeleid van spreken‘spraak’ is derived from ‘spreken’Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > spraak is afgeleid van spreken
-
30 (als) uit één mond spreken
(als) uit één mond sprekentenir le même langage (que qn.) -
31 (met) iemand afzonderlijk spreken
(met) iemand afzonderlijk sprekenavoir une entrevue particulière avec qn.Deens-Russisch woordenboek > (met) iemand afzonderlijk spreken
-
32 Duits spreken
Duits spreken -
33 Frans spreken
Frans spreken -
34 alleen de feiten laten spreken
alleen de feiten laten spreken -
35 bedekt spreken
bedekt spreken -
36 bij wijze van spreken
bij wijze van spreken -
37 de cijfers spreken duidelijke taal
de cijfers spreken duidelijke taalDeens-Russisch woordenboek > de cijfers spreken duidelijke taal
-
38 de feiten spreken voor zichzelf
de feiten spreken voor zichzelfDeens-Russisch woordenboek > de feiten spreken voor zichzelf
-
39 de waarheid spreken
de waarheid spreken -
40 denigrerend over iemand, iets spreken
denigrerend over iemand, iets sprekendénigrer qn., qc.Deens-Russisch woordenboek > denigrerend over iemand, iets spreken
См. также в других словарях:
geel spreken — Greene / Kreieensen, ostfälisches Platt • hochdeutsch sprechen, seine Muttersprache verleugnen … Plattdeutsch-Hochdeutsch
Sprechen — (s. ⇨ Reden und ⇨ Zunge). 1. Anders spricht der Herr, anders der Knecht. Lat.: Alia Leucon, alia Leuconis asinus portat. (Philippi, I, 18.) 2. Bann me sprecht: Adjé, Kaffée, Schossée, doa hoat me ke gât Zeit. (Henneberg.) – Frommann, III, 410, 96 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Spake — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English
Speak — Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps to Skr … The Collaborative International Dictionary of English
Speaking — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English
Spoke — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English
Spoke — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English
Spoken — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English
To speak of — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English
To speak out — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English
To speak well for — Speak Speak, v. i. [imp. {Spoke}({Spake}Archaic); p. p. {Spoken}({Spoke}, Obs. or Colloq.); p. pr. & vb. n. {Speaking}.] [OE. speken, AS. specan, sprecan; akin to OF.ries. spreka, D. spreken, OS. spreken, G. sprechen, OHG. sprehhan, and perhaps… … The Collaborative International Dictionary of English