-
1 sneeuwbank
-
2 sneeuwbank
n. snowdrift -
3 sneeuwbank
-
4 snowdrift
-
5 bank
n. bank; oever; spaarpot; helling; heuvel (ook sneeuw); een rij toetsen; (in computers) een sleuf voor computer geheugen; het aansluiten van een logische geheugeneenheid--------n. geld, contant geld--------v. hellen van een auto of een vliegtuig; opstapelenbank1[ bængk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bank ⇒ mistbank; wolkenbank; sneeuwbank; zandbank; ophoging, aardwal4 reserve ⇒ voorraad, spaarpot♦voorbeelden:central bank • staatsbankThe Bank • de Bank van Engeland————————bank2♦voorbeelden:3 who(m) do you bank with? • bij welke bank ben jij aangesloten?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 indammen5 deponeren ⇒ beleggen, op een bankrekening zetten♦voorbeelden: -
6 snowbank
n. sneeuwbank -
7 Schneebrett
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский