-
1 sembler
sembler [sãblee]1 schijnen ⇒ lijken, de indruk wekkenII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 (toe)schijnen ⇒ voorkomen, lijken♦voorbeelden:1 sembler bon • goeddunken, prettig vindenil travaille si (comme, quand) bon lui semble • hij werkt als hem dat uitkomtce me semble, me semble-t-il, à ce qu'il me semble • naar het mij toeschijnt, volgens mijil me (te, nous, vous, lui, leur) semble que 〈+ aantonende wijs〉 • ik (enz.) denk, heb de indruk dat, het lijkt mij (enz.) datv(toe)schijnen, lijken -
2 donner
donner [donnee]2 schijnen3 vallen ⇒ geraken, vervallen♦voorbeelden:la publicité donne à plein • de reclame loopt op volle toerenil me donne sur les nerfs • hij werkt op mijn zenuwendonner dans l'oeil à qn. • iemand verblinden, bekorendonner dans le ridicule • zich belachelijk makendonner dans le snobisme • zich snobistisch gedragen→ piègeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geven ⇒ verstrekken, veroorzaken♦voorbeelden:je vous en donne mille francs • ik bied u er duizend frank voordonner lecture de qc. • iets voorlezendonner sa maladie à qn. • iemand met zijn ziekte besmettendonner une pièce de théâtre • een toneelstuk brengendonner qc. par testament • iets vermakenen donner à qn. pour son argent • iemand de volle maat gevendonner à entendre • te verstaan gevendonner qc. contre, pour qc. • iets ruilen voor iets andersje vous le donne en dix, cent, mille • ik geef het u te radenje vous le donne pour ce que ça vaut • als ik lieg, dan lieg ik in commissiecela n'a pas donné grand-chose • dat heeft niet veel opgeleverdce pays a donné maints grands hommes • dit land heeft veel grote mannen voortgebrachtcette terre donne beaucoup • deze aarde is vruchtbaar3 quel âge me donnez-vous? • hoe oud schat u mij?donner du directeur à qn. • iemand met directeur aansprekenon lui donne une grande fortune • men zegt dat hij zeer rijk is2 zich, elkaar geven♦voorbeelden:se donner un roi • een koning kiezense donner du bon temps • zich amuseren, het ervan nemens'en donner • zich goed vermaken1. v1) geven2) veroorzaken3) produceren4) toekennen5) verklikken6) stoten, slaan7) schijnen8) vallen9) uitzien (op)2. se donnerv2) zich/elkaar geven -
3 luire
-
4 paraître
paraître [paaretr]〈 werkwoord〉2 verschijnen ⇒ zichtbaar zijn, komen opdagen3 lijken ⇒ schijnen, doorgaan voor, eruitzien♦voorbeelden:vient de paraître • zojuist verschenenil n'y paraît pas • het is niet te merkenparaître en public • in het openbaar optredenparaître en justice • voorkomen, voor het gerecht verschijnenil paraît que, il paraîtrait que • het gerucht gaat, er is sprake van datà ce qu' il paraît • schijnbaar, naar het schijnt〈 informeel〉 paraît que • het gerucht gaat dat, het ziet ernaar uit datil paraît que oui • het schijnt zov1) verschijnen3) schijnen, eruitzien -
5 air
air [er]〈m.〉2 wind3 uiterlijk ⇒ voorkomen, houding, manieren4 wijsje ⇒ lied, melodie, deuntje♦voorbeelden:air conditionné • airconditioningêtre libre comme l'air • zo vrij zijn als een vogeltje in de luchten plein air, au grand air • in de open luchtelle a besoin de changer d'air • ze moet er even uitdonner de l'air, mettre à l'air • luchtens'élever dans l'air, les airs • opstijgenon manque d'air ici • het is hier benauwd〈 informeel〉 avec un air de dire … • met zo'n gezicht van …, zo met een gezicht van …il y a de la bagarre dans l'air • er zit ruzie in de luchtidées dans l'air • eigentijdse ideeënbâtir en l'air • luchtkastelen bouwence sont des contes en l'air • dat is uit de lucht gegrepen〈 argot〉 s'envoyer en l'air • neuken, vrijen〈 informeel〉 envoyer, flanquer, foutre en l'air • wegdoen, -gooien, -smijtenparler en l'air • in het wilde weg pratenavoir toujours un pied en l'air • altijd druk in de weer zijn, opgewonden zijnpromesses en l'air • vage beloftenregarder en l'air • omhoog kijkenêtre une tête en l'air • verstrooid, vergeetachtig zijnavoir (un) grand air • stijl hebben, er voornaam uitzienil a un drôle d'air • hij ziet er vreemd uitil a un faux air de qn. que je connais • hij lijkt een beetje op iemand die ik kenprendre de grands airs (avec qn.) • verwaand, hooghartig zijn (jegens iemand)ça en a tout l'air • het ziet er wel naar uitavoir l'air (de) • lijken, schijnen, er uitziensans avoir l'air de rien • alsof er niets aan de hand isprendre un air • een (voorname) houding aannemenprendre des airs • een hooghartige houding aannemend' un air décidé • vastbesloten4 il en a l'air et la chanson • hij, het lijkt niet alleen zo, hij, het is ook zoairs à boire • drinkliederenairs de danse • dansliederenm1) lucht2) wind3) sfeer4) voorkomen, uiterlijk5) deuntje -
6 impression
impression [ẽpresjõ]〈v.〉1 indruk ⇒ gevoel, impressie♦voorbeelden:1 donner l'impression de • de indruk geven van, te, schijnen tefaire impression sur • indruk maken opf1) indruk, gevoel2) (af)druk3) grondverf -
7 avoir l'air
avoir l'air (de)lijken, schijnen, er uitzien -
8 donner l'impression de
donner l'impression dede indruk geven van, te, schijnen te -
9 transparaître
См. также в других словарях:
Tonny van der Linden — Anthonie „Ton“ oder „Tonny“ van der Linden (* 29. November 1932 in Zuilen bei Utrecht) ist ein ehemaliger niederländischer Fußballspieler, der 1958 mit dem Utrechter Club DOS niederländischer Meister wurde und in 24 Spielen für die… … Deutsch Wikipedia
Shine — Shine, v. i. [imp. & p. p. {Shone} (? or ?; 277) (archaic {Shined}); p. pr. & vb. n. {Shining}.] [OE. shinen, schinen, AS. sc[=i]nan; akin to D. schijnen, OFries. sk[=i]na, OS. & OHG. sc[=i]nan, G. scheinen, Icel. sk[=i]na, Sw. skina, Dan. skinne … The Collaborative International Dictionary of English
Shined — Shine Shine, v. i. [imp. & p. p. {Shone} (? or ?; 277) (archaic {Shined}); p. pr. & vb. n. {Shining}.] [OE. shinen, schinen, AS. sc[=i]nan; akin to D. schijnen, OFries. sk[=i]na, OS. & OHG. sc[=i]nan, G. scheinen, Icel. sk[=i]na, Sw. skina, Dan.… … The Collaborative International Dictionary of English
Shining — Shine Shine, v. i. [imp. & p. p. {Shone} (? or ?; 277) (archaic {Shined}); p. pr. & vb. n. {Shining}.] [OE. shinen, schinen, AS. sc[=i]nan; akin to D. schijnen, OFries. sk[=i]na, OS. & OHG. sc[=i]nan, G. scheinen, Icel. sk[=i]na, Sw. skina, Dan.… … The Collaborative International Dictionary of English
Shone — Shine Shine, v. i. [imp. & p. p. {Shone} (? or ?; 277) (archaic {Shined}); p. pr. & vb. n. {Shining}.] [OE. shinen, schinen, AS. sc[=i]nan; akin to D. schijnen, OFries. sk[=i]na, OS. & OHG. sc[=i]nan, G. scheinen, Icel. sk[=i]na, Sw. skina, Dan.… … The Collaborative International Dictionary of English
To cause the face to shine upon — Shine Shine, v. i. [imp. & p. p. {Shone} (? or ?; 277) (archaic {Shined}); p. pr. & vb. n. {Shining}.] [OE. shinen, schinen, AS. sc[=i]nan; akin to D. schijnen, OFries. sk[=i]na, OS. & OHG. sc[=i]nan, G. scheinen, Icel. sk[=i]na, Sw. skina, Dan.… … The Collaborative International Dictionary of English
To make the face to shine upon — Shine Shine, v. i. [imp. & p. p. {Shone} (? or ?; 277) (archaic {Shined}); p. pr. & vb. n. {Shining}.] [OE. shinen, schinen, AS. sc[=i]nan; akin to D. schijnen, OFries. sk[=i]na, OS. & OHG. sc[=i]nan, G. scheinen, Icel. sk[=i]na, Sw. skina, Dan.… … The Collaborative International Dictionary of English
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Phil Bosmans — SMM (* 1. Juli 1922 in Gruitrode, Provinz Limburg) ist ein belgischer, katholischer Ordenspriester, Verfasser geistlicher Schriften und Telefonseelsorger. Leben Bosmans verbrachte den Großteil seiner Jugend in Genk, in der belgischen Provinz… … Deutsch Wikipedia
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français
Verbes irréguliers néerlandais — Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog Bedrogen … Wikipédia en Français