-
1 shepherd dog
(schaap)herdershond (hond die de kudde bij elkaar moet houden; hond soort, bv. collie) -
2 sheep
n. schaap; schapen; kudde[ sjie:p] 〈meervoud: sheep〉♦voorbeelden:¶ separate the sheep and the goats • de goeden van de slechten/het koren van het kaf scheiden -
3 black sheep
-
4 bête noire
n. zwarte schaap (in de familie) -
5 haggis
n. haggis (schots nationaal gerecht van hart, longen en lever van het schaap) -
6 scrag
n. halsstuk (van schaap); hals; scharminkel--------v. Wurgen, de nek omdraaien (slang)scrag11 mager iemand/iets ⇒ scharminkel————————scrag2〈werkwoord; scragged〉 〈 informeel〉2 wurgen -
7 ovine
adj. mbt schaap; kenmerkend voor schaap -
8 baa
n. meh, mekkeren van schaap--------v. blèren, mekkerenbaa1, ba[ ba:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geblaat————————baa2〈werkwoord; baaed, baa'd [ba:d]〉1 blaten -
9 bag
n. zak; tas; handtas; koffer; beurs; notitieboek; wild op jacht meegenomen; uier (bij een koe, schaap, enz.); oogwal (veroorzaakt door gebrek aan slaap of vermoeidheid); honk, een van de vier honken bij honkbal (Honkbal); kleine hoeveelheid illegale drugs (Slang); lelijke vrouw (Slang)--------v. in zak, jas, koffer; doen; vangen (bij de jacht); te pakken krijgen; aanhouden, arresterenbag1[ bæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 zak ⇒ tas, koffer3 zakvormig voorwerp/lichaamsdeel♦voorbeelden:bags of room • plaats genoeg→ diplomatic diplomatic/————————bag2〈 bagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen zwellen/uitpuilen/uitzakken♦voorbeelden: -
10 black
adj. zwart, zwarte; vies--------n. zwart; neger--------v. zwart maken; koopwaar in beslag nemenblack1[ blæk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zwart2 zwart ⇒ zwartsel, zwarte kleur/verfstof; roetzwart5 zwart(e) schaakstuk/damsteen♦voorbeelden:dressed in black • in het zwartbe in the black • uit de rode cijfers zijn————————black2〈bijvoeglijk naamwoord; blackness〉2 zwart ⇒ vuil, besmeurd3 zwart ⇒ (zeer) slecht, somber; nors, onvriendelijk; kwaad, verstoord; snood♦voorbeelden:black art/magic • zwarte kunstbe in someone's black book(s) • bij iemand slecht aangeschreven staanblack box • zwarte doos, black boxblack bread • zwart brood, grof roggebroodlike the Black Hole of Calcutta • benauwd, om te stikkenblack market • zwarte marktblack markete(e)r • zwarthandelaarblack nightshade • zwarte nachtschade(as) black as pitch • zo zwart als roet, pikzwartblack spot • zwarte plek, rampenplek 〈 waar veel ongevallen gebeuren〉black tea • thee zonder melkblack vulture • monniksgierblack humour • zwarte humorgive someone a black look • iemand nors aankijkenin a black mood • in een sombere stemming〈 informeel〉 look as black as thunder • er kwaad/grimmig uitzienhe is not so black as he is painted • hij is niet zo slecht als algemeen beweerd wordtBlack Friar • predikheer, dominicaanblack ice • ijzelblack lead • potlood, grafiet; zwartselblack money • zwart geldBlack Muslim(s) • Zwarte moslim(s)Black Panther(s) • Zwarte Panter(s)black velvet • mengsel van stout en champagne————————black3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:→ black out black out/ -
11 ewe
-
12 fleece
n. (schaaps)vacht; vlies--------v. scheren; het vel over de oren halen, afzetten, (met een vacht bedekken)fleece1[ flie:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————fleece2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 jumbuck
-
14 leg
n. voet; been; gedeelte (bij een wedstrijd); meeteenheid bij vliegen--------v. benen, vlug lopen; zich het vuur uit de sloffen lopenleg15 〈 benaming voor〉 gedeelte (van groter geheel) ⇒ etappe 〈 van reis, wedstrijd e.d.〉; estafetteonderdeel; manche 〈 van wedstrijd〉♦voorbeelden:get someone back on his legs • iemand er weer bovenop helpenkeep one's legs • zich staande houdenpull someone's leg • iemand voor de gek houdenshake a leg • opschietennot have a leg to stand on • geen poot hebben om op te staanstand on one's own legs • op eigen benen staantake to one's legs • zich uit de voeten makenwalk one's legs off • zich het vuur uit de sloffen lopenwalk someone off his legs • iemand laten lopen tot hij erbij neervaltbe all legs • uit zijn krachten gegroeid zijnoff one's legs • zijn gemak ervan nemendbe (up) on one's legs • op de been zijn3 schenkel♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————leg2〈werkwoord; legged〉♦voorbeelden: -
15 mutton
-
16 ram
n. RAM, het werkgeheugen, het centrale geheugen van de computer--------radarabsorberend middel (middel dat radar omzet in kleine elektromagneetvelden)RAM (Radar Absorbent Material)ram1[ ræm] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 stormram3 ramschip————————ram2〈werkwoord; rammed〉2 heien5 rammen ⇒ bonken, beuken, botsen op -
17 sheepdog
-
18 shepherd
n. schaapherder; geestelijke herder--------v. hoeden, (ge)leiden, loodsenshepherd1[ sjeppəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————shepherd2〈 werkwoord〉1 hoeden ⇒ leiden, in de gaten houden -
19 the black sheep
-
20 tup
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Schaap — ist der Familienname folgender Personen: Eduard Schaap, bekannt als Ted Scapa (* 1931), niederländisch schweizerischer zeitgenössischer Künstler, ehemaliger Verleger und Fernsehmoderator Franz Schaap (1911–1983), deutscher Politiker (SPD)… … Deutsch Wikipedia
Schaap — can refer to the following people:*Dick Schaap 20th century American sportswriter, broadcaster and author *Jeremy Schaap American sportswriter, television reporter *Phil Schaap jazz radio personality on WKCR … Wikipedia
Schaap — Schaap, ehemalige ostfriesische Silbermünze; der Reichsthaler zu 27, der Gulden zu 10 S., 1 S. = 2 Stüber od. 22/3 Grot; so wurden auch andere rheinische 2 Stüberstücke genannt, weil sie ein Schaf im Gepräge hatten … Pierer's Universal-Lexikon
schaap — schaap·ste·ker; … English syllables
SCHAAP, RICHARD J. — SCHAAP, RICHARD J. (Dick; 1934–2001), U.S. sportswriter, sports broadcaster, and author or co author of 33 books. Schaap was the eldest of three children, born in Flatbush, Brooklyn, to Leah and Maury, a salesman. His paternal grandparents were… … Encyclopedia of Judaism
Schaap, Richard Jay — ▪ 2002 “Dick” American journalist, biographer, and talk show host (b. Sept. 27, 1934, Brooklyn, N.Y. d. New York, N.Y., Dec. 21, 2001), zestfully documented the inner workings of public figures, notably sports heroes. He came to notice in… … Universalium
schaap — skapu … Woordenlijst Sranan
Dick Schaap — Richard Jay Schaap [1] (September 27, 1934 in Brooklyn, New York –December 21, 2001 in New York City, New York) was an American sportswriter, broadcaster, and author. Contents 1 Early life and education 2 Career … Wikipedia
Herbert Paul Schaap — Dr. Herbert Paul Schaap, né à Groningue, le 3 novembre 1894, et décédé à Zierikzee, le 12 juillet 1982, est l’un des rares partisans néerlandais de la Grande Néerlande. Herbert Schaap était un homme qui, au sein des Pays Bas tellement… … Wikipédia en Français
Phil Schaap — (born 1951) is an American jazz disc jockey and reissue producer. He hosts a daily morning radio program on WKCR, the radio station of Columbia University, his alma mater, in New York City. The show, called Birdflight , is devoted to the music of … Wikipedia
Jeremy Schaap — (b. August 23 1969, New York City) is an American sportswriter, television reporter, and author. Schaap is an Emmy award winner for his work as the host of Outside the Lines , a sports news and interviews program, on ESPN.He is a regular… … Wikipedia