-
1 herd together
herd together -
2 herd
n. kudde, troep, massa--------v. samendrommen; bij elkaar hokken; een kudde leidenherd1[ hə:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 hoeder♦voorbeelden:————————herd2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hoeden♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский