-
1 rondbazuinen
♦voorbeelden: -
2 rondbazuinen
-
3 rondbazuinen
гл.общ. раструбить, разбалтывать, распространять, разносить (новости, слухи и т.п.) -
4 rondbazuinen
v. trumpet forth, blaze abroad -
5 iets overal rondbazuinen
iets overal rondbazuinenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets overal rondbazuinen
-
6 bandy
adj. met o-benen--------v. heen en weer smijten; (uit)wisselen; rondbazuinen; ruzie makenbandy1[ bændie] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉————————bandy2〈werkwoord; bandied〉1 heen en weer doen bewegen/gooien♦voorbeelden:bandy words with someone • ruzie maken/woorden hebben met iemandhave one's name bandied about • voortdurend genoemd wordenthe news was quickly bandied about • het nieuws ging als een lopend vuurtje -
7 blazon
n. blazoen, schild; uitbazuinen--------v. versieren; rondbazuinenblazon1[ bleezn] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————blazon2〈 werkwoord〉1 blazoeneren ⇒ (wapenschilden) samenstellen/beschrijven -
8 carillonner
carillonner [kaariejonnee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) luiden, slaan [klok]3) inluiden4) rondbazuinen -
9 colporter
-
10 tambouriner
tambouriner [tãboerienee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉v1) trommelen, slaan2) rondbazuinen -
11 разбалтывать
v1) gener. ompraten, omverpraten, rondbazuinen, rondbrieven, rondstrooien, rondvertellen, uit de school klappen, verklappen o (секрет и т.п.)2) liter. uitdragen -
12 разносить
vgener. ombrengen, uitlopen (ботинки), omdragen, rondbazuinen (новости, слухи и т.п.), rondbezorgen, rondbrengen, specialiseren (по категориям и т.п.; in), uitbazuinen -
13 распространять
-
14 раструбить
v1) gener. rondbazuinen, uittrompetten2) colloq. uitbazuinen3) phras. (по всему городу) (iets) van de daken schreeuwen -
15 bandy about
bandy aboutte pas en te onpas noemen; verspreiden, rondbazuinen -
16 broadcast
adj. uitgezonden--------n. uitzending--------v. uitzendenbroadcast1[ bro:dka:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (radio/televisie-)uitzending————————broadcast21 uitzenden ⇒ in de lucht zijn, te beluisteren zijn2 voor de radio/op de televisie zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 uitzenden ⇒ via radio/televisie bekendmaken♦voorbeelden: -
17 bruit abroad
-
18 bruit
v. rondbazuinen -
19 corner
corner1 [korner]〈m.〉————————corner2 [kornee]♦voorbeelden:3 les oreilles me cornent • mijn oren suizen, tuitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 door toeteren roepen, waarschuwenmcorner, hoekschop -
20 crier
crier [krie.ee]1 schreeuwen ⇒ gillen, roepen3 piepen ⇒ knarsen, kraken, krassen6 luidkeels verkondigen ⇒ zich luidkeels beklagen (over), luidkeels protesteren (tegen)♦voorbeelden:crier comme un sourd • hard schreeuwencrier comme un putois, un veau • schreeuwen als een oordeel, als een gekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schreeuwen ⇒ roepen, roepen om4 uitventen ⇒ venten met, omroepen♦voorbeelden:crier vengeance • om wraak schreeuwen, roepenv1) schreeuwen, roepen (om)3) piepen, knarsen4) vloeken [kleuren]5) kraaien, huilen8) uitventen
Страницы
- 1
- 2