-
1 Rippe
Rippe〈v.; Rippe, Rippen〉3 (stuk van een) reep, blokje♦voorbeelden:〈 informeel〉 ich kann es (mir) doch nicht aus den Rippen schlagen, schneiden • ik kan het niet uit mijn lijf snijden -
2 côte
cote [kot]〈v.〉1 waardering(scijfer) ⇒ beoordeling, cijfer, punt2 (referentie)nummer ⇒ merk, letter, cijfer, dossiernummer3 (beurs)notering ⇒ koers, cotering♦voorbeelden:1 cote d'amour • waardering, gunstige indruk 〈 deel van het examencijfer dat bepaald wordt door gedrag, presentatie en vroegere prestaties van de kandidaat〉la cote d'un cheval • de winstkans van een paardcote de popularité • populariteitscijfer, -graadavoir la cote, bénéficier d'une cote d'amour • in een goed blaadje staanf1) kust2) rib3) helling4) rib(stuk)5) (blad)nerf6) rib(bel)7) gewelfrib, richel -
3 gebroken
-
4 chopping
adj. hakkend--------n. stuk vlees inclusief bot dat afgehakt is (in bijzonder rib); hakkende handeling of slag; bal die wordt geslagen om over de grond te rollen maar hoog in de lucht kaatst (Sport); korte benedenwaartse slag (in tennis); korte, felle stoot (in boxen, karate) -
5 klapstuk
-
6 anbrechen
anbrechen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 knakken, kneuzen♦voorbeelden:eine angebrochene Tasse • een kop met een barst, met een stuk eraf
См. также в других словарях:
Brot — 1. Abgeschnitten Brot hat keinen Herrn. Frz.: Pain coupé n a point de maître. 2. Alles Brot ist dem gesund, der hungert. 3. Alt Braut un drüge Holt helpen hushalten. (Westf.) 4. Alt Brot, alt Mehl, alt Holz und alter Wein sind Kleister. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon