-
1 repareren
♦voorbeelden:dat is niet meer te repareren • it's beyond repair, it can't be mended -
2 repareren
-
3 repareren
чинить починить; исправить* * *(d)ремонтировать, чинитьschóenen láten reparéren — отдать обувь в починку
* * *гл.общ. восстанавливать, починять, ремонтировать -
4 repareren
I.reparierenII.wiederherstellen [reparieren] -
5 repareren
drechaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > repareren
-
6 repareren
v. repair, refit, do up, mend, bushel -
7 repareren
ww -
8 repareren
• to repair -
9 repareren
reparera -
10 repareren
onarmak [-ır] v -
11 repareren
refaire, réformer, remédier, réparer, restaurer -
12 repareren
drecha -
13 een klok laten repareren
een klok laten repareren -
14 dat is niet meer te repareren
dat is niet meer te reparerenit's beyond repair, it can't be mendedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is niet meer te repareren
-
15 de gemeente zal de eigenaar aanschrijven het dak te repareren
de gemeente zal de eigenaar aanschrijven het dak te reparerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de gemeente zal de eigenaar aanschrijven het dak te repareren
-
16 een klok laten repareren
een klok laten reparerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een klok laten repareren
-
17 het is voor hem een koud kunstje om het te repareren
het is voor hem een koud kunstje om het te reparerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is voor hem een koud kunstje om het te repareren
-
18 horloges repareren is een precisiewerkje
horloges repareren is een precisiewerkjeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > horloges repareren is een precisiewerkje
-
19 iets kundig repareren
iets kundig reparerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets kundig repareren
-
20 iets provisorisch repareren
iets provisorisch reparerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets provisorisch repareren
См. также в других словарях:
reparieren — Vsw std. (16. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus l. reparāre, zu l. parāre bereiten, gehörig einrichten und l. re . Abstraktum: Reparatur; Adjektiv: (ir )reparabel. Ebenso nndl. repareren, ne. repair, nfrz. réparer, nschw. reparera, nnorw … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache