-
1 исправлять
v1) gener. bijspijkeren, boeten, herstellen (ошибку и т.п.), beteren, corrigeren, goedmaken, korrigeren, ongedaan maken, rectificeren, verbeteren2) liter. oplappen (дела и т.п.) -
2 очищать
v1) gener. graderen (металл), klaren, louteren, pluizen (от пуха, пыли и т.п.), afpluizen (от пуха и т.п.), fineren (серебро, золото), slikken (канал и т.п.), afklaren, afpellen, afpoetsen, neutraliseren, ontruimen (местность, помещение), opklaren, opknappen, opruimen, raffineren, reinigen, ruiden, ruimen, uitbaggeren (русло реки и т.п.), zuiveren2) chem. rectificeren -
3 перегонять
v1) gener. overdrijven, overhalen, destilleren, distilleren, overjagen (через), stoken (спирт), verscharen (скот с одного пастбища на другое)2) eng. zieden3) chem. rectificeren -
4 поправлять
vgener. goedmaken, herstellen, rectificeren, verbeteren, bijspijkeren, corrigeren, korrigeren, verhelpen -
5 ректифицировать
vchem. rectificeren
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский