-
1 manufacturing process
productieproces -
2 производство
n1) gener. bedrijfsleven, bedrijf, produktie, voortbrenging, benoeming (â ÷èí; tot), fabricage, fabricatie, fabrikaat, makerij, stiel, vervaardiging2) industr. productieproces -
3 diminishing returns
(in economie) principe dat vaststelt dat vanaf bepaald punt verhoging van slechts een factor in productieproces van een uur met alle factoren onveranderd leidt op laatst tot productievermindering -
4 input
n. invoer (in computers); geven; kracht, intensiteit, capaciteit (van een motor); stof gebruikt voor productieproces (economie)--------v. invoeren van gegevens in computerinput1[ inpoet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toevoer ⇒ invoer, inbreng4 ingang————————input2 -
5 manufacturing process
fabricageprocesproductieproces -
6 production process
fabricageprocesproductieproces -
7 Arbeitsvorgang
-
8 Fertigungsablauf
-
9 Produktionsprozess
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский