-
1 заговаривать
-
2 окликать
v1) gener. aanroepen, toeroepen (кого-либо), naroepen (кого-л.), toeschreeuwen (кого-л.)2) navy. aanpraaien (судно), praaien (судно) -
3 останавливать
v1) gener. aanhouden, afspannen (машину), afzetten, opstoppen, stilhouden, stoppen, stuiten, tegenhouden, vangen, buiten werking stellen, de voortgang stuiten, laten aflopen (часы, механизм), ophouden, stelpen (кровотечение и т.п.), stilleggen, stilzetten (машину, часы), stopzetten, tot staan brengen, wederhouden, weerhouden2) navy. praaien -
4 arraisonner
-
5 *héler
-
6 anrufen
anrufen1 (toe)roepen ⇒ waarschuwen, sommeren2 opbellen, telefoneren3 aan-, inroepen ⇒ om bijstand, hulp, raad verzoeken♦voorbeelden:ein Taxi anrufen • een taxi roepen, wenkenein höheres Gericht anrufen • appel aantekenen -
7 ein Schiff anrufen
См. также в других словарях:
preien — prei|en 〈V. tr.; hat; Mar.〉 ein anderes Schiff preien anrufen [<ndrl. praaien <mengl. preien „bitten, anrufen“ (engl. pray) <afrz. preier (frz. prier) <lat. precari „bitten“] * * * prei|en <sw. V.; hat [niederl. praaien < mengl … Universal-Lexikon
preien — prei|en 〈V.; Mar.〉 ein anderes Schiff preien anrufen [Etym.: <ndrl. praaien <mengl. preien »bitten, anrufen« (engl. pray) <afrz. preier (frz. prier) <lat. precari »bitten«] … Lexikalische Deutsches Wörterbuch