-
1 penetrate
v. doordringen, binnendringen; begrijpen, door hebben[ pennitreet]1 doordringen ⇒ penetreren; begrepen/gesnapt worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doordringen ⇒ (door)dringen (tot) in, dringen door; (ver)vullen2 doorgronden ⇒ door/uitvorsen, vatten, penetreren♦voorbeelden: -
2 perforate
v. perforeren; doorboren[ pə:fəreet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:perforated sheets of paper • geperforeerde bladen papierstamps with perforated edges • postzegels met tandjes
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский