-
41 abusif
-
42 dépeupler
dépeupler [deepuplee] -
43 flanc
flanc [flã]〈m.〉♦voorbeelden:se battre les flancs • zich overmatig inspannen〈 figuurlijk〉 être sur le flanc • ziek in bed liggen; uitgeput zijnmettre sur le flanc • uitputten, afjakkeren2 prêter le flanc à • zich blootstellen aan, vatbaar zijn voorflanc à flanc • boord aan boord, langszijde flanc • aan de zijkant¶ tirer au flanc • lijntrekken, zich drukken -
44 pléthorique
-
45 se battre les flancs
se battre les flancs -
46 somptuaire
-
47 surabondant
surabondant [suuraabõdã] -
48 surtaxer
-
49 непомерный
adjgener. exorbitant, bovenmatig, overmatig -
50 чрезмерный
adjgener. buitensporig, onmatig, overdreven, uitbundig, bovenmatig, enorm, exorbitant, gepeperd (о ценах и т.п.), overmatig -
51 overdaad
overdaad, overdadigheid♦voorbeelden: -
52 overspanning
-
53 drankgebruik
♦voorbeelden:1 overmatig drankgebruik • excessive consumption of alcohol, excessive drinking; 〈 wetenschappelijk〉 alcohol abuse -
54 inspanning
2 [het voor de wagen spannen] harnessing♦voorbeelden:1 met een laatste inspanning van zijn krachten • with a final/with one last effortuitrusten na een langdurige inspanning • rest from prolonged exertionseen inspanning belonen • reward effortzich veel inspanning getroosten, een zware inspanning leveren • put in a great effortdat kost inspanning • it's an effort/a strainveel inspanning vergen • require a great deal of effortu moet elke inspanning vermijden • you must avoid exertion of any kindmet inspanning van alle krachten • with a supreme effort -
55 misbruik
♦voorbeelden:misbruik van vertrouwen • breach of confidence/trustmisbruik wordt gestraft • improper use will be punishedvan iemands goedheid misbruik maken • take (undue) advantage of someone's kindnessmisbruik maken van iemands lichtgelovigheid • trade/play on someone's credulitymisbruik maken van iemands gastvrijheid • impose on someone's hospitalitymisbruik van iemand maken • take advantage of someone, use/exploit someone -
56 overdaad
-
57 overspanning
1 [het overspannen] spanning2 [afstand tussen twee steunpunten; kap] span3 [het al te sterk spannen] overstraining6 [met betrekking tot de arbeidsmarkt] tightness -
58 voeden
-
59 Gebühr
-
60 Inflation
Inflation〈v.; Inflation, Inflationen〉♦voorbeelden:
Страницы