-
1 opperst
-
2 opperst
-
3 opperst
верховный; величайший; верхний; высший* * *1) верхний2) высший, верховный* * *прил.общ. верхний, высший, верховный -
4 opperst
adj. sovereign, supreme, high -
5 het opperst genot
het opperst genotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het opperst genot
-
6 высший
hoogst, opperst -
7 верхний
-
8 верховный
adjgener. grootmachtig, opper-, opperst -
9 высший
adjgener. opperst, opper-, prima -
10 ultiem
I.endgültigII.[allerlaatst]allerletztIII.[opperst]ultimativ [unübertreffbar] -
11 paramount
-
12 superior
adj. hoogste, verheven--------n. aangesteldesuperior1[ soe:piəriə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 meerdere ⇒ superieur, hogere in rang, chef♦voorbeelden:————————superior22 superieur ⇒ buitengewoon, onovertroffen, uitstekend♦voorbeelden:superior grades of coffee • betere kwaliteit koffiesuperior in numbers • talrijker¶ be superior to • verheven zijn boven, staan bovenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 hoger ⇒ voornaam, deftig♦voorbeelden:his superior officer • zijn superieur/meerdere (in rang) -
13 supreme
adj. hoogste, hooggeplaatst, verheven[ soe:prie:m, sə-]♦voorbeelden:1 Supreme Being • Opperwezen, GodSupreme Command • opperbevelsupreme happiness • het toppunt van gelukmake the supreme sacrifice • zijn leven geven -
14 sovereignly
adv. soeverein, oppermachtig, opperst, opper -
15 верхний
-
16 верховный
adjgener. grootmachtig, opper-, opperst -
17 высший
adjgener. opperst, opper-, prima -
18 oberst
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский