-
1 blaze up
oplaaien; in vuur oplaaien -
2 burn up
v. oplaaien; verbranden; witheet worden (v. woede)burn up♦voorbeelden:1 if you put some more wood on it the fire will burn up • als je wat meer hout op het vuur gooit laait het weer opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 op/verstoken ⇒ op/verbranden♦voorbeelden: -
3 enkindle
v. oplaaien, aansteken, ontsteken, opwekken[ inkindl] -
4 jaillir
jaillir [zĵaajier]〈 werkwoord〉1 (plotseling) te voorschijn komen ⇒ opkomen, opwellen, oplaaienv1) opwellen, oplaaien2) uitslaan [vlammen] -
5 jaillissement
jaillissement [zĵaajiesmã]〈m.〉1 (het) (plotseling) te voorschijn komen ⇒ (het) opkomen, (het) opwellen, (het) oplaaienm1) (het) opwellen, oplaaien2) (het) uitslaan [vlammen] -
6 rebondir
rebondir [rəbõdier]〈 werkwoord〉1 (terug)stuiten ⇒ opspringen, stuiteren2 opleven ⇒ weer actueel worden, een andere wending nemen, weer oplaaienv2) opleven, weer oplaaien -
7 вспыхивать
v1) gener. ontvonken, uitbarsten (i) (о пламени, пожаре), ontvlammen, opflikkeren (тж. перен.), oplaaien, opvlammen, opwellen, uitbreken2) liter. aanvlammen -
8 загораться
vgener. aanvlammen, ontsteken, aanglimmen, aanvonken, ontbranden, ontvlammen, oplaaien, vlam vatten (тж. перен.), vuur vatten -
9 blaze away
-
10 burst into flames
-
11 reprovoke
v. opnieuw provoceren; opnieuw doen aanwakkeren, opnieuw doen oplaaien -
12 rallumer
rallumer [raaluumee] -
13 recrudescence
-
14 aufflackern
-
15 aufflammen
-
16 auflodern
auflodern -
17 aufschlagen
aufschlagen6 〈 sport en spel〉serveren, opslaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:5 ein Lager, Zelt aufschlagen • een kamp, tent opslaan -
18 entflammen
-
19 hochschlagen
hochschlagenII 〈 overgankelijk werkwoord〉
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский