-
1 opklaren
осветить, (с)делать прозрачным; (по)светлеть; разгуляться; стать прозрачным* * *(d)1) разъяснять, истолковывать2) (z) проясняться* * *гл.1) общ. делать светлым, проясняться, разъяснять, выяснять, очищать, просвещать, прояснять2) мор. приводить в порядок, прибирать3) метеор. проясняться (о погоде) (Ik dacht dat we de hele dag geen zon zouden krijgen, maar na een paar uur klaarde de lucht op.) -
2 het dek opklaren
мест. -
3 проясняться
v1) gener. ophalen, ophelderen, opklaren, verhelderen, verklaren, oplichten (о погоде), dagen2) meteorol. (о погоде) opklaren (Ik dacht dat we de hele dag geen zon zouden krijgen, maar na een paar uur klaarde de lucht op.) -
4 выяснять
v1) gener. klaren, uitmaken, opklaren, zich verklaren (свои взаимоотношения, мнения и т.п.)2) colloq. uitvogelen3) liter. kavelen (что-л.) -
5 делать светлым
vgener. opklaren -
6 очищать
v1) gener. graderen (металл), klaren, louteren, pluizen (от пуха, пыли и т.п.), afpluizen (от пуха и т.п.), fineren (серебро, золото), slikken (канал и т.п.), afklaren, afpellen, afpoetsen, neutraliseren, ontruimen (местность, помещение), opklaren, opknappen, opruimen, raffineren, reinigen, ruiden, ruimen, uitbaggeren (русло реки и т.п.), zuiveren2) chem. rectificeren -
7 прибирать
v1) gener. opmaken (комнату..помещение в порядок привести), (в комнате) opbergen, opredderen, opruimen, ruimen2) navy. opklaren -
8 приводить в порядок
v1) gener. afgestellen, rangschikken, rooien, schikken, terechtbrengen, arrangeren, bedisselen, beredderen, beridderen, in orde brengen, inrichten, opknappen, opredderen, opruimen, ordenen, redderen, regelen, reguleren2) navy. opklaren -
9 производить уборку палубы
vgener. het dek opklaren -
10 просвещать
vgener. beschaven, verlichten, civiliseren, opklaren -
11 прояснять
vgener. verhelderen, opklaren -
12 разъяснять
v1) gener. inlichten, opklaren, (iets) nader in 't licht stellen, beduiden, betogen, ophelderen, verduidelijken, vertolken2) liter. voorlichten
См. также в других словарях:
opklaren — Hamburg • aufräumen … Plattdeutsch-Hochdeutsch
aufklären — Vsw std. (17. Jh.), mndd. upklāren klar werden, aufhellen Hybridbildung. Als Wetter Ausdruck der Seemannssprache wird im 16. Jh. aufklaren in die Hochsprache übernommen; im 17. Jh. stärker der hochdeutschen Wortbildung (und auch dem kausativen… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache