-
1 поднимать
opheffen, optillen, opsteken, omhoog brengen -
2 поднять
opheffen, optillen, opsteken, omhoog brengen -
3 упразднять
opheffen, afschaffenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > упразднять
-
4 упразднить
opheffen, afschaffenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > упразднить
-
5 упразднять
opheffen, afschaffenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > упразднять
-
6 упразднить
opheffen, afschaffenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > упразднить
-
7 ликвидировать
liquideren, opheffen, elimineren -
8 снимать
afnemen, wegnemen ; huren ; afdoen, uitdoen, uittrekken ; opnemen, fotograferen ; opheffen -
9 снять
afnemen, wegnemen ; huren ; afdoen, uitdoen, uittrekken ; opnemen, fotograferen ; opheffen -
10 упразднить
afschaffen, opheffen, annuleren -
11 упразднять
afschaffen, opheffen, annuleren -
12 устранить
verwijderen, opheffen, uit de weg ruimen -
13 устранять
verwijderen, opheffen, uit de weg ruimen -
14 закрывать
v1) gener. dichttrekken (затягивать), luiken, opsluiten, sluiten, toedoen, toeduwen (нажимая), toemaken, toesluiten, dichten, bedekken, dichtdoen, stilleggen (фабрику), stilzetten (фабрику), stoppen, stopzetten (фабрику и т.п.), toedekken, toedrukken2) bank. (счёт в банке) opheffen -
15 ликвидировать
v1) gener. afschaffen, liquideren, ongedaan maken (последствия), opheffen, oprollen (учреждение и т.п.)2) navy. opdoeken -
16 отменять
v1) gener. aflassen, afzeggen, herroepen, mortificeren, opheffen, supprimeren, vernietigen, afgelasten, afketsen, afschaffen, buiten werking stellen, intrekken, royeren, te niet doen (что-л.), tenietdoen, weerroepen2) law. casseren, kasseren -
17 отменять арест
vgener. het beslag opheffen -
18 поднимать
vgener. (вопрос и т.п.) aankaarten, beuren (ãðóç), heffen, hijsen, opbeuren, opbrengen, opdragen, opdrijven, ophalen, ophebben, opheffen, opjagen, opjagen (зверя, дичь), oplaten (занавес), opnemen, oprichten, opschuiven, opslaan (глаза), opsteken, optrekken, opvatten, opvoeren, opzetten, verheffen, lichten, oplichten, aansnijden (вопрос и т.п.), ophijsen (ôôàã), ophogen, oppakken, oprapen, optillen, opwaaien (ïûôü), overal maken, rapen, schorten, spannen (паруса), tillen, verhogen -
19 простирать
-
20 распускать
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Neuniederländisch — oder modernes Niederländisch ist die Nachfolgesprache des Mittelniederländischen und die Grundlage für die Niederländische Standardsprache. In die Zeit des Neuniederländischen fällt die Entstehung der niederländischen Standardsprache. Die… … Deutsch Wikipedia
Stein — 1. Auch ein kleiner Stein kann tödten, wenn er recht geworfen wird. 2. Auch ein Stein verwittert, wenn er lange genug liegt. Dem Zahn der Zeit widersteht nichts. Lat.: Ferreus assiduo consumitur annulus usu. (Ovid.) (Philippi, I, 154.) 3. Auf dem … Deutsches Sprichwörter-Lexikon