-
1 opgelucht
♦voorbeelden: -
2 opgelucht
-
3 opgelucht
прил.общ. облегчённый -
4 opgelucht
erleichtert -
5 opgelucht
1. bn 2. bw -
6 opgelucht ademhalen
opgelucht ademhalen -
7 opgelucht ademhalen
opgelucht ademhalenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opgelucht ademhalen
-
8 opgelucht over je veilige aankomst
opgelucht over je veilige aankomstVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opgelucht over je veilige aankomst
-
9 zichtbaar opgelucht
zichtbaar opgelucht -
10 een opgelucht gevoel
een opgelucht gevoelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een opgelucht gevoel
-
11 zichtbaar opgelucht
zichtbaar opgeluchtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zichtbaar opgelucht
-
12 to feel relief
opgelucht zijn, een opgelucht gevoel hebben -
13 respirer
respirer [respieree]1 (in)ademen ⇒ ademhalen, leven2 weer op adem komen ⇒ tot rust komen, uitblazen3 zich opgelucht voelen ⇒ herademen, weer adem kunnen halen♦voorbeelden:→ mentirII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 getuigen van ⇒ uitdrukken, uitstralen♦voorbeelden:v1) (in)ademen, leven2) uitblazen, weer op adem komen4) getuigen (van), uitstralen -
14 opluchten
1 relieve♦voorbeelden:opgelucht over je veilige aankomst • relieved at your safe arrivaldat lucht op! • what a relief! -
15 облегчённый
adjgener. verlicht, opgelucht -
16 bucked
-
17 relieved
-
18 felt relieved
voelde zich opgelucht -
19 облегчённый
adjgener. verlicht, opgelucht -
20 zichtbaar
♦voorbeelden:een zichtbaar verschil • une différence manifestezichtbaar opgelucht • manifestement soulagézichtbaar verouderen • vieillir visiblementzichtbaar worden • (ap)paraître
- 1
- 2