-
1 foist
v. iem. iets aansmeren, zich aan iem. opdringen[ fojst]♦voorbeelden:foist oneself (up)on someone • zich aan iemand opdringen -
2 intrude
v. storen; binnenvallen; inbreken; opzijdrukken; doordringen; onbevoegde toegang[ introe:d]2 zich opdringen ⇒ ongelegen komen, storen♦voorbeelden:2 let's not intrude on/upon his time any longer • laten wij niet langer onnodig beslag leggen op zijn tijdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 binnendringen ⇒ indringen, opdringen2 opdringen ⇒ lastig vallen, storen -
3 impose
v. opdringen, opleggen; afdwingen; de indruk geven[ impooz]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opleggen ⇒ heffen, afdwingen♦voorbeelden:the man imposed himself as our leader • de man wierp zich op als/tot onze leider2 impose oneself/one's company (up)on • zich/zijn gezelschap opdringen aan -
4 encroach
v. opdringen, oprukken[ inkrootsj]♦voorbeelden:the sea encroaches further (up)on the land • de zee tast de kust steeds verder aanencroach (up)on someone's time • beslag leggen op iemands tijd -
5 force
n. (strijd)kracht, geweld; sterkte; legersterkte; dwang--------v. dwingen, noodzaken; onder dwang; eruit persen; inbreken, doorbrekenforce1[ fo:s]1 macht ⇒ krijgsmacht, leger2 ploeg ⇒ groep, personeel♦voorbeelden:1 kracht ⇒ geweld, macht♦voorbeelden:by force of circumstances • door omstandigheden gedwongenthe forces of evil • kwade krachtenthe force of gravity • de zwaartekrachtthe force of his words • de overtuigingskracht van zijn woordena powerful force in local politics • een invloedrijke persoon in de plaatselijke politiekjoin forces (with) • de krachten bundelen (met)the machine was put in force • de machine werd in werking gesteldby force • met geweldby force of • door middel vanby/from/out of force of habit • uit gewoonte2 werkelijke betekenis ⇒ werkelijk effect, belang♦voorbeelden:2 the force of this poem is hard to grasp • de precieze betekenis van dit gedicht is moeilijk te vattenIV 〈meervoud; Forces; the〉1 strijdkrachten ⇒ strijdmacht, krijgsmacht♦voorbeelden:————————force2〈 werkwoord〉1 dwingen ⇒ (door)drijven, forceren2 forceren ⇒ open/doorbreken♦voorbeelden:force a smile/one's voice • een glimlach/zijn stem forcerenforce one's will on someone • iemand zijn wil opleggenforce along • meesleurenforce back • terugdrijvenforce something down • iets met moeite binnenkrijgenforce a plane down • een vliegtuig dwingen tot landenforce it out • het met moeite uitbrengenGovernment will force the prices up • de regering zal de prijzen opdrijvenhe wants to force his ideas down our throats • hij wil zijn ideeën met geweld aan ons opdringenforce something from/out of someone • iets van iemand afdwingenforce something on/upon someone • iemand iets opdringen -
6 obtrude
v. opdringerig zijn/worden; ongevraagd naar voren brengen; (voor)uitsteken[ əbtroe:d]1 opdringerig zijn/worden ⇒ zich opdringenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
7 acquaintance
n. kennismaking; kennis[ əkweentəns]♦voorbeelden:1 bekendheid ⇒ vertrouwdheid, kennis♦voorbeelden:acquaintance with • kennis van -
8 encroachment
n. overschrijding van de grens[ inkrootsjmənt] -
9 foist one's company (up)on someone
foist one's company (up)on someoneEnglish-Dutch dictionary > foist one's company (up)on someone
-
10 foist oneself (up)on someone
foist oneself (up)on someone -
11 force something on/upon someone
force something on/upon someone -
12 force-feed
force-feed -
13 force/ram/thrust something down someone's throat
force/ram/thrust something down someone's throatEnglish-Dutch dictionary > force/ram/thrust something down someone's throat
-
14 he wants to force his ideas down our throats
he wants to force his ideas down our throatsEnglish-Dutch dictionary > he wants to force his ideas down our throats
-
15 horn in
-
16 impose oneself/one's company (up)on
impose oneself/one's company (up)onzich/zijn gezelschap opdringen aanEnglish-Dutch dictionary > impose oneself/one's company (up)on
-
17 inflict
-
18 press something upon someone
press something upon someone -
19 press
n. pers; druk--------v. persen; drukken; aandringen; pressen; strijkenpress1[ pres] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 drukpers7 druk9 muurkast♦voorbeelden:get a good press • een goede pers krijgenat/in (the) press • ter perseoff the press • van de pers→ yellow yellow/————————press2♦voorbeelden:press down (up)on someone • op iemand drukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 drukken ⇒ duwen, klemmen6 pressen ⇒ druk uitoefenen op, aanzetten♦voorbeelden:press a metaphor • een metafoor letterlijk opvattenbe pressed for money/time • in geld-/tijdnood zittenpress something upon someone • iemand iets opdringen¶ press home one's point of view • zijn zienswijze doordrijven/zetten -
20 protrude
v. vooruitsteken; steken; zich opdringen; laten uitsteken[ prətroe:d]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
List of atheists (science and technology) — cience and technology thumb|right|100px|Dirac * Peter Atkins (1940 ndash;): English chemist, Professor of chemistry at Lincoln College, Oxford in England. [When asked by Rod Liddle in the documentary The Trouble with Atheism Give me your views on … Wikipedia