-
1 dig out
ontdekkendig out♦voorbeelden: -
2 fish out a piece of paper from a bag
fish out a piece of paper from a bagEnglish-Dutch dictionary > fish out a piece of paper from a bag
-
3 fish
n. vis; vissen; kerel, speciaal iemand, creatuur (i.d. spreektaal)--------v. vissen; proberen te vissen; vissen zoeken; zoeken; vangenfish1[ fisj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook fish〉♦voorbeelden:a cold fish • een kouwe kikkera queer fish • een rare snuiterhave other fish to fry • wel wat anders/belangrijkers te doen hebben→ pretty pretty/————————fish2♦voorbeelden:〈 informeel〉 fish for compliments/information • vissen naar complimentjes/informatieII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:fish out a piece of paper from a bag • een papiertje uit een tas opdiepenfish up an old bike out of the water • een oude fiets uit het water opvissen -
4 hunt out
-
5 unearth
v. graven, opgraven; ontdekken[ unnə:θ]
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский