-
1 onvolkomenheid
-
2 onvolkomenheid
1 [ontoereikendheid] incompleteness, inadequacy ⇒ deficiency2 [onvolmaaktheid] imperfection -
3 onvolkomenheid
-
4 onvolkomenheid
imperfekshonDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > onvolkomenheid
-
5 onvolkomenheid
n. defectiveness, deficiency -
6 onvolkomenheid
imperfekshon -
7 изъян
defect, fout, onvolkomenheid -
8 несовершенство
ngener. gebrekkigheid, onvolkomenheid, onvolmaaktheid -
9 blemish
n. smet; ontsiering--------v. bevlekken, besmettenblemish1[ blemmisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————blemish2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
10 bug
n. ongedierte; bacil, virus; (in computers) bug, een onvolkomenheid in een computerprogramma met grote gevolgen voor de werking van het programma; een afluister mikrofoon--------v. microfoon inplanten; verzamelen (van insekten)bug1[ bug] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————bug2〈werkwoord; bugged〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:2 what's bugging him? • wat zit hem dwars?stop bugging me! • hou op met je gezeur! -
11 deficiency
-
12 imperfection
-
13 malformation
-
14 incompleteness
n. onvolledigheid, onvolkomenheid -
15 défaut
défaut [deefoo]〈m.〉1 gebrek ⇒ tekort, ontoereikendheid2 gebrek ⇒ fout, onvolkomenheid, zwakke plek3 zwakheid ⇒ fout, verkeerdheid, verzuim, nalatigheid♦voorbeelden:défaut d'organisation • gebrekkige organisatiedéfaut de vitamines • vitaminegebrekfaire défaut • ontbrekenà défaut de • bij gebrek aanpécher par défaut • al te weinig doendéfaut de fabrication • fabricagefoutdéfaut de prononciation • spraakgebreksans défauts • vlekkeloos→ excèsc'est là son moindre défaut • dat is zijn grootste gebrek nog nietêtre en défaut • in gebreke blijven(sur)prendre qn. en défaut • iemand op een tekortkoming betrappenfaire défaut • niet verschijnen, verstek laten gaanm1) gebrek, tekort2) fout, tekortkoming3) verzuim, nalatigheid4) verstek [juridisch] -
16 vice
vice [vies]〈m.〉1 ondeugd ⇒ slechte eigenschap, slechte gewoonte2 ontucht ⇒ zonde, losbandigheid3 fout ⇒ gebrek, onvolkomenheid♦voorbeelden:vice caché • verborgen gebrekm1) ondeugd, slechte eigenschap2) zonde3) fout, gebrek -
17 imperfekshon
gebrekkigheid [F], onvolkomenheid [F]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > imperfekshon
-
18 несовершенство
ngener. gebrekkigheid, onvolkomenheid, onvolmaaktheid -
19 gebrek
4 [onvolkomenheid] défaut♦voorbeelden:1 gebrek hebben aan iets • manquer de qc.gebrek aan water hebben • manquer d'eaugebrek aan arbeidskrachten • pénurie de main-d'oeuvrebij gebrek aan • faute debij gebrek aan beter • faute de mieuxbij gebrek aan bewijs • faute de preuvesaan vrienden geen gebrek • ce ne sont pas les amis qui manquentdaar heerst gebrek • c'est la misèregebrek lijden • vivre dans la misèreaan een lastig gebrek lijden • être affligé d'une infirmité gênantedat is z'n grootste gebrek nog niet • c'est là son moindre défautalle mensen hebben hun gebreken • à chacun ses défautshij heeft maar één gebrek en dat is … • son seul défaut est de …in gebreke blijven iets te doen • négliger de faire qc. -
20 kwaal
♦voorbeelden:→ link=middel middel
Страницы
- 1
- 2