-
1 onverkoopbaar
inbendibelDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > onverkoopbaar
-
2 onverkoopbaar
adj. unmarketable, unmerchantable, unsalable -
3 onverkoopbaar
• unsalable -
4 onverkoopbaar
-
5 onverkoopbaar
inbendibel -
6 inbendibel
onverkoopbaarDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > inbendibel
-
7 unsalable
onverkoopbaar -
8 inbendibel
onverkoopbaar -
9 a drug on the market
-
10 drug
n. drug; geneesmiddel--------v. bedwelmen, drogeren, verdovendrug1[ drug] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 drug ⇒ verdovend/stimulerend middel♦voorbeelden:————————drug2〈werkwoord; drugged〉1 medicijn(en) e.d. toedienen ⇒ bedwelmen, drogeren, verdoven♦voorbeelden: -
11 nonsalable
adj. onverkoopbaar -
12 unmerchantable
adj. onverkoopbaar; kan niet in gehandeld worden -
13 rossignol
-
14 invendable
-
15 laissé-pour-compte, laissé pour compte
〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:Dictionnaire français-néerlandais > laissé-pour-compte, laissé pour compte
-
16 Ladenhüter
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский