-
1 onttrekken
лишать; выхватить у; извлечь из; изъять из; отлыниватьот; отвертеться; избежать* * **см. тж. zich onttrekken1) выхватывать* * *гл.общ. вырывать, отнимать (что-л., у кого-л.), выхватывать, лишать (кого-л., чего-л.) -
2 zich onttrekken
-
3 aan de vergetelheid onttrekken
-
4 zich aan onttrekken
-
5 вырывать
v1) gener. afpakken, ingraven, losscheuren, ontrukken, onttrekken, uitrukken, uitscheuren (лист и т.п.), afpersen (признание и т.п.), ontlokken (тайну, признание и т.п.), ontwoekeren, ontworstelen, ontwringen, rukken, uittrekken, wegrukken2) liter. afpikken -
6 выхватывать
vgener. grissen, onttrekken -
7 лишать
vgener. ontbloten, ontzetten, benemen, beroven van (чего-л.), ontnemen, onttrekken (кого-л., чего-л.), ontzeggen (чего-л.) -
8 отказываться
v1) gener. afzien (van- îò), bedanken (voor-îò), intrekken (от обещания), opgeven (от чего-л.), prijsgeven (от чего-либо), verstoten (от кого-л.), weigeren (от чего-л.), (iets) er aan geven (от чего-л.), (iets) verloren geven (от чего-л.), afstand doen van, renonceren, zich aan (iets) onttrekken2) colloq. vertikken3) liter. passen -
9 отнимать
-
10 удержать в памяти
v -
11 уклоняться
v1) gener. ontduiken, ontwijken, afdwalen (от темы и т.п.), afwijken, mijden, wijken, zich aan (iets) onttrekken (от чего-л.)2) colloq. de boot afhouden3) gram. declineren
Перевод: со всех языков на русский
с русского на все языки- С русского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский