-
1 onontvankelijk
-
2 impervious
-
3 imperméable
imperméable [ẽpermee.aabl]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 waterdicht ⇒ waterafstotend, waterwerend♦voorbeelden:1. m 2. adj1) waterdicht2) ondoorlatend3) ongevoelig, onontvankelijk (voor) -
4 impenetrable
adj. ondoordringbaar[ impennitrəbl] 〈zelfstandig naamwoord: impenetrability〉♦voorbeelden: -
5 unamenable to criticism
unamenable to criticism -
6 unamenable
adj. Niet makkelijk te beïnvloeden; niet onderworpen aan-[ unnəmie:nəbl] 〈 unamenably〉♦voorbeelden: -
7 imperviously
adv. ondoordringbaar; onontvankelijk -
8 implausibly
adv. onontvankelijk -
9 inapproachable
adj. Onontvankelijk; onbereikbaar, heeft geen mededingers -
10 insusceptible
adj. onontvankelijk, onvatbaar (voor), ongevoelig (voor) -
11 irresponsive
adj. onontvankelijk, ongevoelig (voor); niet reagerend -
12 nonsusceptible
adj. onontvankelijk, onvatbaar, ongevoelig -
13 unempfänglich
unempfänglich1 onontvankelijk ⇒ onvatbaar, ongevoelig -
14 unstatthaft
-
15 unzulässig
unzulässig♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский