-
1 liable
onderhevig -
2 susceptible
onderhevig -
3 subject to changes
onderhevig aan veranderingen (te veranderen) -
4 liable to
onderhevig aan -
5 subject
onderhevigonderwerppuntstofsubjectvakvakgebied -
6 subject to
onderhevig aan -
7 susceptible to
onderhevig aan -
8 objectionable
-
9 corruptible
adj. omkoopbaar; bedorven[ kəruptəbl] 〈corruptibly; zelfstandig naamwoord: corruptibility〉1 corrumpeerbaar ⇒ voor ontaarding/verwording ontvankelijk -
10 depreciable
adj. kan in waarde verminderd worden[ diprie:sjəbl] -
11 freak out
opgewonden raken (onder invloed van drugs), hallucinaties krijgen; breken met het gevestigde; onderhevig zijn aan plotseling optredend veranderend humeurfreak out〈 informeel〉1 opgewonden raken (onder invloed van drugs) ⇒ hallucinaties krijgen, uitfreakenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 liable
adj. schuldig; verantwoordelijke; is verantwoordelijk; verplicht; is in staat om-(meestal in negatieve zin); bestemd voor- (in negatieve zin); -staat hem te wachten[ lajjəbl]♦voorbeelden:make oneself liable to • zich blootstellen aanliable to penalty • strafbaar4 liable to colds • gauw/vaak verkouden -
13 short-life
-
14 subject
adj. ondergeschikt; heeft de neiging--------n. onderwerp; vak; onderdaan--------v. onderwerpen; openbaren; overbrengensubject1[ subdzjikt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 (studie)object ⇒ studiegebied, (leer)vak♦voorbeelden:wander from the subject • van het onderwerp afwijken/afdwalenon the subject of • omtrent, aangaande, over————————subject2[ subdzjikt]♦voorbeelden:subject to foreign rule • onder vreemde heerschappijsubject to the laws of nature • onderworpen aan de wetten van de natuurII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 onderhevig ⇒ blootgesteld, vatbaar♦voorbeelden:subject to your consent • behoudens uw toestemmingsubject to contract • afhankelijk van het sluiten van een contract————————subject3♦voorbeelden: -
15 susceptible
-
16 customable
adj. belastbaar; onderhevig aan heffingen; gebruikelijk -
17 cyclothymia
n. cyclothymie (karaktervorm die zich o.a, kenmerkt door levendigheid, gezelligheid, gemoedelijkheid; onderhevig aan sterke gemoedswisselingen, zwaartillend -
18 flawy
adj. vol barsten; met gebreken, gebrekkig; gebroken; onderhevig aan onverwachte storm- of regenvlagen -
19 necrose
v. aan necrose onderhevig zijn, afsterven, versterven -
20 perishability
n. vergankelijkheid; het aan bederf onderhevig zijn; verlies
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Erde — 1. Auf der Erde ist gut gehen. 2. Auf der Erde wird alles verkauft. 3. Auf Erden ist kein besser Leben, als grosser Zins und ein Hürlein daneben, im übrigen Gottes Kirch ergeben. 4. Auf Erden ist nichts ohne Furcht als ein gut Gewissen. – Sailer … Deutsches Sprichwörter-Lexikon