-
1 noodlottig
fatalDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > noodlottig
-
2 роковой
noodlottig, fataal -
3 fatal accident
noodlottig ongeluk -
4 fatally wounded
noodlottig gewond -
5 baleful
adj. noodlottig; onheilspellend, haatdragend (blik)[ beelfl] -
6 fatal
adj. noodlottig; dodelijk; fataal[ feetl] -
7 fateful
-
8 ill-omened
door ongunstige voortekenen begeleid, onzalig, noodlottig; gedoemd te mislukkenill-omened -
9 funeste
-
10 гибельный
verderfelijk, funest, noodlottig -
11 неизбежный
adjgener. onvermijdbaar, noodzakelijk, onherroepelijk, noodlottig, noodwendig, onafwendbaar, onontkoombaar, onontwijkbaar, onvermijdelijk, wis -
12 пагубный
adjgener. nefast, heilloos, noodlottig, schadelijk, afbrekend, fnuikend, onzalig, rampzalig, verderfelijk -
13 роковой
adjgener. noodlottig, fataal, funest -
14 фатальный
adjgener. fataal, noodlottig -
15 catastrophic
adj. catastrofaal, rampzalig[ kætəstroffik] 〈 catastrophically〉1 catastrofaal ⇒ noodlottig, rampzalig -
16 disastrous
-
17 fatally
adv. dodelijk; tot haar/zijn ongeluk, helaas[ feetlie]2 tot haar/zijn ongeluk ⇒ helaas♦voorbeelden:2 she tried, fatally, to cross the river • haar poging de rivier over te steken werd haar noodlottig -
18 ill-fated
-
19 unhappy
-
20 zero hour
uur nul (v. operatie, een noodlottig/beslissend tijdstip)zero hour
Страницы