-
1 fall on
neerkomen op, vallen op -
2 boil down to
v. neerkomen op-boil down toneerkomen op (in het kort, in grote lijnen) -
3 devolve
v. belanden, neerkomen, terechtkomen1 neerkomen ⇒ terechtkomen, belanden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afschuiven ⇒ delegeren, overdragen♦voorbeelden: -
4 land
n. land; aarde; volk; landschap; koninkrijk--------v. landen; neerkomen; belanden; doen belanden (in plaats of situatie); aan land zetten; aan land gaan; van boord gaan; anker uitgooienland1[ lænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 land(streek) ⇒ staat, gebied4 (bouw)land ⇒ aarde, grond5 grondgebied ⇒ lap grond, weiland♦voorbeelden:make land • land in zicht krijgenthe promised land • het beloofde land————————land21 landen ⇒ aan land/wal gaan3 (be)landen ⇒ neerkomen, terechtkomen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan land/wal brengen/zetten♦voorbeelden: -
5 rain down
rain down♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen neerdalen ⇒ doen neerkomen, neerstorten♦voorbeelden: -
6 rebound
n. terugkaatsing (v. bal in basketball, enz.)--------v. terugstuitenrebound1[ rie:baund] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 terugkaatsing/stuit 〈 van bal〉♦voorbeelden:2 on the rebound • van de weeromstuit, als/uit reactie————————rebound21 terugkaatsen ⇒ terugspringen/stuiten♦voorbeelden: -
7 tantamount
adj. neerkomen op[ tæntəmaunt]♦voorbeelden: -
8 réception
réception [reesepsjõ]〈v.〉3 ontvangst ⇒ receptie, partij5 toelating ⇒ opneming, installatie6 aanvaarding ⇒ overneming, (op)levering♦voorbeelden:f1) ontvangst, onthaal2) receptie [hotel]3) toelating4) aanvaarding5) (het) opvangen [bal]6) (het) neerkomen [sprong] -
9 incomber
-
10 aufkommen
-
11 niedergehen
-
12 заключаться
bestaan, neerkomen -
13 составить
samenstellen, mengen ; schrijven, opstellen, opmaken ; bedragen, belopen, omvatten, neerkomen -
14 составлять
samenstellen, mengen ; schrijven, opstellen, opmaken ; bedragen, belopen, omvatten, neerkomen -
15 выходить
vgener. afgaan (в значении "получаться", "удаваться"), (каким-то образом) neerkomen, uitkijken (куда-л., об окнах, о комнате и т.п.; op), uitkomen, uitlopen, uitmonden (об улице), uitstappen, uittreden, uitzien (op-куда-л.; об окнах, доме и т.п.), voortspruiten, zien, gaan, uitgaan -
16 обозначать
vgener. neerkomen, beduiden (дорогу), opgeven, aanduiden, betekenen, kenmerken, kwalificeren, markeren -
17 получаться
vgener. afgaan ('Ik vind het leuk om te doen en het gaat me makkelijk af.- Ìíå éòî äåôî íðàâèòñà è ó ìåíà ôåãêî ïîôó÷àåòñà.'; 'Laatst moest ik een typetje doen voor 'Spuiten en slikken' en dat ging me slecht), lukken, neerkomen -
18 сводиться
vgener. op (iets) neerkomen (к чему-л.) -
19 содержать
vgener. neerkomen, bergen, bevatten, herbergen, besluiten, inhebben, inhouden, onderhouden -
20 спускаться
vgener. afdalen, aftreden, aftrekken, afwandelen, afzakken, dalen, neerstrijken, zakken, afgaan, afhellen, afklimmen, aflopen, afstijgen, afstromen, afzijgen, ladderen (о петлях на чулках), naar beneden komen, neerdalen, neergaan, neerkomen, zich laten zakken, zinken
См. также в других словарях:
Remco Campert — (born 29 July 1929) is a Dutch author, poet and columnist. [ [http://netherlands.poetryinternationalweb.org/piw cms/cms/cms module/index.php?obj id=4034 Poetry International Web Remco Campert ] ] Early yearsRemco Wouter Campert was born in The… … Wikipedia