-
1 опускаться на колени
vgener. neerknielenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > опускаться на колени
-
2 становиться
vgener. worden, knielen, neerknielen, zich stellen -
3 genuflexion
n. het neerknielen, het op de knieën gaan uit aanbidding; het buigen→ genuflection genuflection/ -
4 kneel in prayer
kneel in prayer -
5 kneel
n. knieling--------v. knielen[ nie:l] 〈knelt [ nelt]/Amerikaans-Engels ook kneeled [nie:ld], knelt/Amerikaans-Engels ook kneeled〉♦voorbeelden: -
6 genou
〈m.〉1 knie♦voorbeelden:faire du genou à qn. • knietje vrijen met iemandse mettre à genoux • neerknielenprendre un enfant sur les genoux • een kind op schoot nemenà genoux • op de knieën, geknieldm -
7 prosterner
-
8 prosternation
prosternation [prosternaasjõ]〈v.〉, prosternement [prosternəmã] 〈m.〉1 (het) neerknielen ⇒ voetval, knieling -
9 se mettre à genoux
se mettre à genoux -
10 hinknien
-
11 niederknien
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский