-
1 недоставать
ontoereikend zijn, mankeren, ontbreken -
2 манкировать
vgener. mankeren -
3 наверняка
advgener. gewis, stellig, zonder mankeren -
4 не хватать
prepos.gener. haperen, ontbreken, schorten, mangelen, mankeren -
5 недоставать
vgener. falen, mankeren, schelen, haperen, mangelen, ontbreken, schorten -
6 непременно
advgener. per se, bepaald, stellig, wis en zeker, zeker, zonder mankeren -
7 обязательно
advgener. per se, beslist, zonder mankeren -
8 отсутствовать
vgener. ontbreken, achterblijven, afwezig zijn, falen, mangelen, mankeren, schorten, uitblijven, wegblijven
См. также в других словарях:
schelen / mankeren — mankeri … Woordenlijst Sranan
Mangeln (2) — 2. Mangeln, verb. reg. neutr. welches das Hülfswort haben erfordert, abwesend seyn, von Dingen, welche zur möglichen und gewünschten Vollständigkeit einer Sache gehören; als ein unpersönliches Zeitwort, oder doch nur in der dritten Person. Das… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart