-
1 make a speech
een toespraak houden -
2 deliver/give/make a speech
deliver/give/make a speecheen toespraak houden, een speech afsteken -
3 to make a speech
toespraak houden -
4 speech
n. spraak; toespraak; lezing; taal[ spie:tsj]1 speech ⇒ toespraak, rede(voering)4 rede♦voorbeelden:maiden speech • maidenspeech, redenaarsdebuuta set speech • een vooraf geprepareerde speechdeliver/give/make a speech • een toespraak houden, een speech afstekenreported speech • indirecte rede1 spraak(vermogen) ⇒ uiting, taal♦voorbeelden: -
5 fire
n. vuur; brand; brandstichting; vreugdevuur; enthousiasme; schittering; passie--------v. ontslaan; aansteken; vuren; lossen; bakken; aanwakkeren; glinsterenfire1[ fajjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be full of fire • vol vuur/enthousiast zijnblow (up) a fire • een vuur aanblazencatch fire • vlam vattenlay a fire • een vuur aanleggenlight/make a fire • een vuur aanstekenmake up a fire • een vuur opstokenfight fire with fire • vuur met vuur bestrijdenset on fire, set fire to • in brand stekencease/open fire • het vuur staken/openen4 light the fire • de haard/kachel aanstekengo through fire and water • door het vuur gaan, alle gevaren trotserenplay with fire • met vuur spelenfire! • brand!————————fire2♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 oil-fired furnace • olie/petroleumkachelfire off a speech • een speech afstekenfire at/(up)on something • op iets schieten♦voorbeelden:it fired him with enthusiasm • het zette hem in vuur en vlam¶ fire up • bezielen, stimuleren -
6 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
7 dart
n. pijl(tje); steek, sprong--------v. (toe/weg)snellen/schieten/stuiven; (toe)werpen, plotseling richten opdart1[ da:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 (plotselinge/scherpe) uitval 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ steek, sprong♦voorbeelden:make a dart for the door • naar de deur springen/schieten————————dart21 (toe/weg)snellen/schieten/stuiven♦voorbeelden:dart along/away/out • langs/weg/naar buiten stuivenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (toe)werpen ⇒ schieten, plotseling richten op♦voorbeelden:1 dart a glance/look at • een (plotselinge/scherpe) blik toewerpen
См. также в других словарях:
make a speech — index converse, declaim, discourse, recite, speak Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
make a speech — give a speech … English contemporary dictionary
speech — /speech/, n. 1. the faculty or power of speaking; oral communication; ability to express one s thoughts and emotions by speech sounds and gesture: Losing her speech made her feel isolated from humanity. 2. the act of speaking: He expresses… … Universalium
speech — 1 *language, tongue, dialect, idiom 2 Speech, address, oration, harangue, lecture, talk, sermon, homily designate a discourse delivered to an audience. Speech can apply to a public discourse irrespective of its quality or its degree of… … New Dictionary of Synonyms
Speech — Speech, v. i. & t. To make a speech; to harangue. [R.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
speech´i|fi´er — speech|i|fy «SPEE chuh fy», intransitive verb, fied, fy|ing. Informal. to make a speech or speeches; orate: »A man always makes a fool of himself speechifying (George Eliot). SYNONYM(S): harangue. –speech´i|fi´er, noun … Useful english dictionary
speech|i|fy — «SPEE chuh fy», intransitive verb, fied, fy|ing. Informal. to make a speech or speeches; orate: »A man always makes a fool of himself speechifying (George Eliot). SYNONYM(S): harangue. –speech´i|fi´er, noun … Useful english dictionary
Speech synthesis — Stephen Hawking is one of the most famous people using speech synthesis to communicate Speech synthesis is the artificial production of human speech. A computer system used for this purpose is called a speech synthesizer, and can be implemented… … Wikipedia
speech — [[t]spi͟ːtʃ[/t]] ♦♦ speeches 1) N UNCOUNT Speech is the ability to speak or the act of speaking. ...the development of speech in children... Intoxication interferes with speech and coordination. ...a speech therapist specialising in stammering.… … English dictionary
speech — n. address, talk 1) to deliver, give, make a speech 2) to ad lib, improvise a speech 3) a boring; brief, short; impromptu, unrehearsed; long; long winded; passionate; rambling; rousing, stirring speech 4) an acceptance; after dinner; campaign;… … Combinatory dictionary
Speech — (Roget s Thesaurus) < N PARAG:Speech >N GRP: N 1 Sgm: N 1 speech speech faculty of speech Sgm: N 1 locution locution talk parlance verbal intercourse prolation oral communication word of mouth parole palaver prattle … English dictionary for students